wyzigen naar de verlangens der Heeren Ministe:
Finantien en Arbeid,Handel en Nyverheid.
Beide verordeningen, genummerd "1 Oölp en IO85/W 061
worden met algemeene steramen vastgesteld en de ge
vraagde machtigingen verleend.
XI. By hun advies van 19 Augustus 1950»^§.1626/F 015»
deelen Burgemeester en Wethouders mede,dat de Commis- e
sie aangewezen in de raadsvergadering van 2l\. Juli 1930
voor het onderzoek der gemeenterekening 1929 en die
van het G.E.B. over hetzelfde dienstjaar,adviseert den
Raad vaststelling dier rekeningen voor te stellen,wat
zy tegelyk by hun advies doen en vragen den Raad mach
tiging om namens hem eventueele brieven van de Gede-
puteerde Staten van dit Gewest,betreffende deze aan
gelegenheid, te beantwoorden.
Geen enkel raadslid het woord betreffende deze
punten verlangende,wordt overeenkomstig het advies van
Burgemeester en Wethouders het ontwerp-hesluit tot
voorloopige vaststelling der Inkomsten en Uitgaven,
door Burgemeester en Wethouders by de rekening aange
boden,met eenparige steramen en zonder hoofdelyke stem- s
ining vastgesteld en de gevraagde machtiging verleend;
by het nemen van dit besluit heeft zich Wethouder
Dekkers van stemming onthouden.
Verder is goedgevonden en bepaald,dat dit besluit
met de rekening en al de daarby behoorende bylagen ter
sluiting en vaststelling aan Heeren Gedeputeerde Statai
dezer Provincie zal worden ingezonden.
XII. Alsnu is aan de orde punt XII der Agenda,waartoe
door Burgemeester en Wethouders aan den Raad zyn inge
diend de voorstellen,allen gedateerd 19 Augustus 1930:
a. N2.1618/L 013/1 tot het beschikbaar stellen van
een voorschot groot ƒ.2700.- voor eene aanvrage inge-
volge art. 13 der Landarbeiderswet aan Petrus van den
Broek,landarbeider alhier,Gors E.97 d.d. 13 Augustus
1930 met concept-besluit N2.1619/L 013/1 0n de *>y
de aanvrage behoorende stukken.
b. N2.1621/L 013/1 tot het aanvragen uit 's Ryks
kas van de sub a benoodigde gelden met concept-besluit
N2.1620/L 013/1 en
c. 1622/L 013/1 tot het verleenen van machtiging
aan Burgemeester en Wethouders om de aanvrage door
Petrus van den Broek voornoemd gedaan af te werken
met concept-besluit N2.1Ó23/L 013/1
Na voorlezing van deze stukken vraagt de heer Vissen
berg of de annuïteit niet op minder dan 30 jaar kan
worden gesteld,waarop hem de Voorzitter antwoordt,dat
de termyn daarvoor gesteld geheel is volgens de Wet.