h
15-
het dienstjaar 1929 met voorstel deze te stellen in
handen eener te benoemen Commissie van Onderzoek.
De Voorzitter noemt de cyfers van de batige sloten
dezer rekening,welke zyn:gewone dienst /.5995*"l4 011
kapitaaldienst ƒ.267.5° 0n wyst er op,dat deze cyfers
een zeer gunstig verloop voor Hoeven beteekenen.
Op voorstel van den Voorzitter worden hierna voor
bedoeld onderzoek,zoo ook voor het onderzoek der reke
ning van het G.E.B. over 1929,aangewezen de heeren
Mannien,Huysmans en Hoogeveen.
Betreffende de rekening van het G.E.B. merkt de Voor
zitter op,dat de uitbreiding van het net zonder direct
bezwaar van de gemeentekas is uitgevoerd.
VII. Op voorstel van den Voorzitter worden de heeren
Mannien,Huysmans en Hoogeveen,genoemd sub VI,benoemd
als Commissieleden voor het onderzoek der gemeente-
begrooting voor 1951
VIII. Door Burgemeester en Wethouders wordt nevens hun
advies d.d. 15 Juli 1930,N8.11j.07/A 035,den Raad aange-x
boden de begrooting der Ontvangsten en Uitgaven van
het Burgerlyk Armbestuur dezer gemeente voor het dienst
jaar 1931 met voorstel deze te stellen in handen van
eene te benoemen Commissie van Onderzoek.
In deze Commissie worden op voorstel van den Voor
zitter met eenparige stemmen benoemd de heeren Vissen
berg, Huysmans en Hoogeveen. j
IX. Met eenparige stemmen wordt vastgesteld het door
Burgemeester en Wethouders by hun advies d.d. 22 Juli
1 930*ïï8»1M38/F 012,aangeboden concept-raadsbesluit N2.
II4.89/F 012,tot wyziging der gemeentebegrooting voor
1950 en genoemd College gemachtigd eventueel door
Heeren Gedeputeerde Staten van dit Gewest noodig ge
oordeeld wordende wyzigingen in het besluit aan te
brengen
IXa. Dit punt,aan de agenda toegevoegd,betreft eene aan
vraag om vergoeding ingevolge artikel 13 <*0r Lager
Onderwyswet 1920 van D.M.Gordeyns,wonende te Hoeven,
P.18,welke aanvraag Burgemeester en Wethouders den
Raad by hun advies d.d. 22 Juli 1930,N2.li|.78/0 0219,
overleggen.
Mede leggen Burgemeester en Wethouders by hun advies
over een door den Veldwachter van den Nieuwenhuyzen
op 23 Juli 1930 uitgebracht rapport,waaruit blykt,dat
by nauwkeurige meting de afstand van de woning van
Gordeyns naar de Meisjesschool te Zevenbergen 3*3«
K.M. is en naar de Jongensschool aldaar 3*5