122
Openbare vergadering van den Raad.
Maandag 27 Januari 1930,des namiddags om 3 uren.
Tegenwoordig de leden:J.F.Mateus,A.Broos,C.Dekkers,
H.Mannien,C.Janssen,A.Hoogeveen,C.Huysmans,J.Vermunt en
A.Vissenberg,de Burgemeester,Voorzitter en de Secre
taris.
Afwezig met kennisgeving het lid C.Brans.
c j
De Voorzitter opent de vergadering met den Christe-
lyken Groet.
Het lot,door den Voorzitter getrokken,wyst den heer
Mannien aan,om fcy voorkomende stemmingen het eerst te
stemmen.
Na voorlezing van het schryven van den heer 0.Brans
dossiernummer 189/G 026,dat hy verhinderd is de vergade-
ring van heden by te wonen,wordt dit voor kennisgeving
aangenomen.
De Burgemeester spreekt de Nieuwjaarsrede uit,welke
is opgeborgen in het dossier onder N§.262/D 011.
In deze rede werpt de Voorzitter een terugblik over
hetgeen geschiedde in het afgeloopen jaar,om vervolgens
na te gaan of het doel wordt genaderd.
Er op wyzende,dat de behartiging der gemeentelyke be- 1
langen in al hare geledingen het doel is waarvoor de
Raad samenkomt en zyne werkzaamheden verricht,heeft
volgens de rede ongetwyfeld een markanten kant door het
feit,dat het platteland,ook Hoeven,achteruitgaat
Dit feit is reeds door zeer velen geconstateerd en
behoeft momenteel geen bewys;voornamer is het de redener
van den achteruitgang op te sporen,en,zoo deze eenmaal
bekend zyn,na te gaan wat daartegen is te doen en te
trachten den achteruitgang tot stilstand te brengen
en te doen verkeeren in een tydperk van bloei.
Als redenen van achteruitgang geeft de Voorzitter
in zyne rede op:
I. Het gebrek aan cultuurgrond en het niet voldoende
in orde zyn van wegen en waterleidingen,zoodat de aan
wezige cultuurgrond niet het hoogst mogelyke rendement
oplevert1
Medegedeeld wordt de wyze,waarop ten aanzien van deze
redenen werd gewerkt en men nog werkzaam is,terwyl
verder gewezen wordt op het feit,dat de belanghebbenden
zelf niet schynen te begrypen hoe noodzakelyk het is
hun kennis op te voeren om toch van iederen vierkanten
voet grond zyn rente binnen te halen.Niettegenstaande i
de daartoe geboden gelegenheid kwamen geen tuinbouw-