t°H
Onbewoon
baarverklaring.
s ti
VII. Na voorlezing van het voorstel van Burgemeester en
Wethouders d.d. 8 Januari 1929,No.40/W 078,tot onbe
woonbaarverklaring van twee woningen,plaatselyk ge
merkt B. 351 (nieuw D.49) en B.352 (nieuw D.50),vraagt
de heer Vissenberg of de gemeente by het eindigen van
- k
den ontruimiqgstermyn andere woningen zal hebben. Hy zou
de betrokken persoon willen forceeren om de woningen
op te knappen en is er niet voor ze zoo maar af te
d
keuren.
Onder verwyzing naar het advies der Gezondheidscom-
e
missie,in afschrift by het voorstel gevoegd,zegt de ?-
Voorzitterdat deze zaak heelemaal,zooals voorgesteld,
is uit te voeren;wel zou eventueel kunnen worden over
wogen later de ontrulmingstermynen te verschuiven.
Waar de wet niet is toegepastverklaart Vissenberg i
zich tegen de voorgestelde onbewoonbaarverklaring.
Alle voorschriften der Woningwet zyn opgevolgd zegt
de Voorzitterwaartegen de heer Vissenberg aanvoert,
dat hy uit niets heeft gezien,dat de formaliteiten op
gevolgd zyn. 3_
De Voorzitter merkt op,dat aan art. 21 der Woningwet, s
het eenige artikel hier van toepassing,is voldaan en
dus onbewoonbaarverklaring moet volgen.
Met op een na algemeene stemmen,die van den heer
Vissenberg,wordt tot de onderwerpelyke onbewoonbaar
verklaring besloten by het besluit N0.125/W 078.
VIII,
Wyziging
verordening
Warenwet
Overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wet
houders ,No.68/K 023,d.d. 18 Januari 1929,wordt de
onder dagteekening van 27 April 1921 vastgestelde ver
ordening ingevolge de Warenwet,met eenparige stemmen
gewyzigd en aangevuld by het besluit No.69/ K 023.
VIIIa.
Politiever
ordening Water
leidingen.
Ingevolge het voorstelNo.96/V 032,van Burgemeester
en Wethouders d.d. 24 Januari 1929 wordt de Politie
verordening op de waterleidingen d.d. 4 Augustus 1928,
zooals daarin met rooden inkt is aangebrachtgewyzigd