-
De heer Mannien blykt niet goed te kunnen leizen,want
juist in de nota van Heeren Gedeputeerde Staten is de
meeste aandacht op den belastingdruk gelegd en dat
Ge'éerd College toont onomstootelyk aan,dat het spreken
over "een zware belastingdruk" in Hoeven fantasie is.
Zoo geeft ook de heer Vissenberg blyk van begrootings-
cyfers niet het minste begrip te hebben als hy zegt,dat
eerder belastingverhooging dan belasting-verlaging kan
worden verwachtimmers de posten 149 b.(nieuw 152 b)
en 150 b (nieuw 153 b) kunnen in plaats van op
ƒ.10.600.- worden geraamd op ƒ.12.960.- (deze posten
zullen in raming worden verhoogd,terwyl de post "Onvoor-
zien" een evenredige verhooging zal ondergaan,welke als
dan als reserve kan worden beschouwd)terwyl ook in de
posten 149a (nieuw 152 a) en 150 a (nieuw 153 a) heel
wat muziek zit,immers deze zyn ongeveer ƒ.2600.- minder
geraamd dan het vorig jaar,zoodat duidelyk wordt aange
toond,dat belasting-verlaging in deze begrooting is
uitgedrukt en het door Ged.Staten tusschen haakjes ge
plaatste ,werkelyk gelezen moet worden.
De kwestie is m.i. meer dan voldoende besproken,zy is
uitgeput en wordt onsmakelyk en ik zal dan ook myn voor
stel,als zynde dat, van de verste strekking,in omvraag
brengen.Die daar voor stemmen zyn vóór afschaffing van
het in de begrooting uitgedrukte pensioensverhaal.
Voor stemmen de leden Mateus,Brans,Broos,Janssen en
Hoogeveen.Tegen stemmen de leden Vermunt,Vissenberg,
Dekkers,HuysmansMannien en Hopstaken,zoodat met 5-6
stemmen het pensioensverhaal gehandhaafd blyft.
XVI. Ter voldoening aan artikel 6 der den 27en October
1921 door den Raad vastgestelde verordening,regelende
Benoeming
lid School- inrichting en samenstelling van de Commissie van plaat-
commissie.
(Vacature L, selyk toezicht op het Lager Onderwys,hebben Burgemees-
van Tetering.)
ter en Wethouders onder dagteekening van 7 December
j.l. eene aanbeveling ingezonden voor de benoeming van
een lid in die Commissie,in de plaats van den Heer