I
46
missen van 98 gulden.
Als lid van het armbestuur moet ik daar tegen poten-
steere
En als lid van den Raad kan ik er myne stem niet aan
geven
Nu kan B.W. wel zegge dat den armen geen enkel bewys
in handen heeft.Waarmede den armen kan aantoone dat de
gemeente die schuld aan den armen heeft.
Maar daar tegen over kan den armen toch rekeningen en
begrootinge over leggen van af 1850 tot 1927 waar altyd
deze post op voorkomt,en is uit betaald
Wel een bewys M.H.V. dat onze voorouders en gedepo-
teerde Staten er nooit aan getwyfeld hebben dat deze be-
wyzen niet bestonden.
Maar er is nog meer M.H.V. den armen neemt hier in
deze gemeente geheel de traktementen van den geneesheer
en verloschige op zich.
Waar door de gemeente kas jaarlyks een voordeel heeft
van plus minus 1000 gulden.
Wat ook in geen enkel onzer zuster gemeente zoo is
daar worden deze door de gemeente betaald.
M.H.V. men zegt wel,den armen heeft een jaarlyks goed
Slot.Wat ook niets meer is dan gewoon kasgeld,voor het
volgend jaar.
Want van geld beleggen is by den armen geen spraken,
had den armen geen goed slot dan zou men kas geld moeten
leenen.
Ik hoop dan ook dat de Raad na myne uit een zetting
stelling zal nemen en boven genoemde som niet van den
arme zal af nemen"
De heer Vissenberg is van meening,dat de Raad goed zal
doen met te doen,wat Burgemeester en Wethouders in deze
deden en gaat met hun voorstel accoord.
Zyne aanmerkingen op deze begrooting zyn verder de
zelfde als die op de rekening 1927 en wanneer later
mocht blyken,dat ten aanzien der rekening 1928 aan zyn