Die kregen we nog wel. Die hebben we ook gekregen, zij het later. Waarin allerlei mooie termen stonden, enzovoorts. Waarbij wij toen al gezegd hebben het met die portefeuille verdeling niet eens te zijn. Helaas blijkt het een profe tisch vooruitzicht te zijn geweest dat er inderdaad kenne lijk zaken aan de orde zijn die wat kunnen botsen met el kaar. Laat ik voorzichtig zijn. Naar onze mening, en dat kan de overkant van de tafel niet zeggen, schoot de voorlichting naar de raad tekort. De openheid naar de raad schoot tekort. Het lid van den Kieboom: Bij interruptie. Ik heb nog nooit zoveel voorlichting en mededelingen gekregen als van dit college. Het lid van der WeeaenDat zal dan gebeurd zijn in de cafézaaltjes waar de heer van den Kieboom komt, maar niet in deze raad. We zullen daar donderdag aanstaande weer wel een paar voorbeelden van geven. Hoe de voorlichting aan deze raad plaatsvindt. Dat hebben we steeds gezegd en u kent de woorden ook wel van mij, die ik bijna elke raadsvergadering zeg, het gaat hier in deze zaal niet om wat er gezegd wordt, meneer van den Kieboom, maar wie het zegt. Dat is niet één keer, maar elke raadsvergadering door ons gezegd. U weet drommels goed waar dan op gedoeld wordt. Als u dat ook nog niet wilt begrijpen dan wil ik ook nog wel twintig voorbeelden noemen. U moet niet zeggen dat u van niets weet, want u weet drommels goed waar Abraham de mosterd haalt. Het volgende punt wat ik wil zeggen is, antwoorden in de raad. Als wij vragen hier in deze raad stellen over onderwerpen dan weet u welke antwoorden wij krijgen. Dan kunt u zeggen ik trek me daar niets van aan. U bent voorzitter van deze raad en ik neem u dat persoonlijk ook kwalijk op dit moment. Wij hebben steeds gevraagd we krijgen geen antwoord. En als ik in de laatste raadsvergadering vraag, hoe zit het met de drie offertes die er zouden moeten liggen, dan krijg ik als antwoord: "toevallig is dat bedrijf toch in de buurt aan het werk". Dat is de vraag niet beantwoorden. Dat is niet ingaan op de vraag. Wij zijn het oneens met een aantal zaken. Laat daar geen misverstand over bestaan. Dat weet u ook drommels goed. Wij vinden dat in de publicaties die in de pers ge staan hebben, drie zaken aan de orde zijn. Ik heb dat daar straks ook gezegd, de positie van meneer Roosenboom persoon lijk, wethouder Roosenboom van de gemeente Halsteren en de raad als bestuursorgaan. We vinden die laatste twee aspecten het belang van deze raad aangaan. Wij zullen in elk geval, zeker voor het laatste aspect, dus de raad als bestuursor gaan, een motie indienen om een commissie van onderzoek in te stellen die een tweetal onderwerpen na moet gaan. Dat is enerzijds de uitvoering van het aanbestedingsbeleid en het ander aspect is het termijnen van verlening van bouwvergunningen Wij zullen de motie indienen en wij hopen dat de meerderheid van de raad, die toch verantwoording verschuldigd is naar de mensen in Halsteren, deze motie zal aannemen.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1996 | | pagina 81