Ik denk dat als de raad aangesproken wordt in openbare
publicaties zij ook de plicht heeft om in elk geval zelf
eens even in de spiegel te kijken en zeggen, is het nu wel
zo of is het niet zo.
In dat kader vind ik dat er in elk geval onderwerpen genoemd
zijn waarvan ik vind dat de gemeenteraad zou moeten onder
zoeken of daar überhaupt enige grond van waarheid in zit.
Dus niet meneer Roosenboom veroordelen, ik ga ook niet wet
houder Roosenboom veroordelen. Ik vind wel dat wij richting
gemeenteraad moeten kijken, daar waar er elementen zijn,
waar wij als gemeenteraad tekort geschoten zouden kunnen
hebben. Waarbij misschien zelfs het dagelijks bestuur toch
een afvaardiging van deze gemeenteraad, ergens tekort ge
schoten is. Dat is voor mij vanavond eigenlijk het belang
rijkste. Hoe gaan we daar mee om. Afhankelijk van datgene
wat u direct als antwoord gaat geven, waarbij ik in elk
geval denk dat we als raad een adhoc-commissie moeten benoe
men die een paar aspecten gaat onderzoeken. Ik denk dat dat
niet zo lang hoeft te duren. Ik wil die aspecten straks best
even noemen. Anders zullen we ze zeker in een motie opnemen.
Daarover vind ik dat vanavond de discussie zou moeten gaan.
Niet over de persoon van de heer Roosenboom. Voor mijn part
niet eens op dit moment over de figuur, de wethouder Roosen-
boom. Maar wel wat wethouder Roosenboom in het kader van een
aantal zaken die de gemeenteraad raken, direct raken, gedaan
zou kunnen hebben. Nogmaals daar spreek ik op dit moment
geen oordeel over uit. Ik vind dat wij als gemeenteraad de
plicht hebben ook richting de burgerij om dat te onderzoe
ken. Zodat wij als raad kunnen zeggen, dat is niet aan de
orde. Ik hoop ook dat dat niet aan de orde is.
De voorzitter: Wethouder Roosenboom heeft u er behoefte aan
om te reageren?
Wethouder Roosenboom: Neen.
Het lid van der WeeaenU geeft helemaal geen mening voor
zitter?
De voorzitter: U heeft gehoord wat ik de wethouder heb ge
vraagd.
Het lid van der Weeaen: Maar u hebt zelf als voorzitter geen
mening?
De voorzitter: Er zijn een aantal aspecten ten aanzien van
het functioneren van de wethouder en dat is ook op dit mo
ment aan de orde. Daar bent u zelf mee begonnen, ook velen
zijn daarmee begonnen, over de bestuurbaarheid van Halsteren
in het kader van artikelen die verschenen zijn in het Bra
bants Nieuwsblad. Het is niet zo dat ik nu plotseling in het
schuldigebankje ga zitten en een aantal onderzoeken ga ple
gen.
Het lid van der Weeaen: Ik heb nadrukkelijk de functie van
de raad belicht. Waarschijnlijk als enige die hier aan tafel
zit namens onze partij dan. Daar vind ik dat u als voorzit
ter van de gemeenteraad wel degelijk een mening over zou
moeten hebben.