2
4. MEDEDELINGEN VANUIT GEMEENSCHAPPELIJKE REGELINGEN.
(Kant 1, tellerstand 47)
Wethouder Roosenboom deelt mede dat er geen vergaderingen in
de tussenliggende periode zijn gehouden.
De voorzitter deelt mede dat er een overleg van het zoge
naamde bestuurlijk overleg van het Streekgewest heeft plaat
sgevonden. De fusie tussen het Stads- en Streekgewest is
juridisch afgeblazen, doch inhoudelijk wil men doorgaan. Het
standpunt van de gemeenteraad van Halsteren is wederom
ingebracht
5. MEDEDELING: OVERZICHT VERKOOPKOSTEN BOERDERIJ ZOUTENDAMSEWEG
LIGGEN TER INZAGE BIJ DE SECRETARIS.
(Kant 1, tellerstand 62)
Voor kennisgeving aangenomen.
6. VOORSTEL TOT HET BESPREKEN VAN DE KADERNOTA.
(Kant 1, tellerstand 65)
De voorzitter: Als college hebben we voor de aanpak gekozen
om gezamenlijk te kijken wat we de komende anderhalf jaar
nog willen en wat er allemaal nog zou kunnen gebeuren. We
hebben ons als college er ook over gebogen tijdens de bezin
ningsdagen. We hebben dat verwoord in de kadernota. U hebt
in de inleiding gezien wat een beetje de bedoeling is en
wellicht hebt u ook onderwerpen die u nog graag behandeld
wilt zien. Iedereen zal zich wel afgevraagd hebben hoe zo'n
kadernota het beste aan te pakken. Het is natuurlijk een
nieuw fenomeen. Ik denk dat wij het beste zo kunnen doen dat
wij eerst een algemene inleiding vragen per fractie. En als
dat behandeld is gaan wij per aangegeven onderwerp de kader
nota doornemen en pikken we op dat wat er voor u als fractie
of misschien voor heel de raad, heel erg belangrijk is.
Ik denk bijvoorbeeld stil te staan bij de riolering buiten
gebied, waarover toch wel fundamentele afspraken met elkaar
gemaakt moeten worden. Dit omdat dat toch grote financiële
consequenties heeft. Dan op het einde zal ik u vragen wat we
met de onroerende-zaakbelasting gaan doen. Daar zijn ook
uiteraard grenzen aan verbonden. De een zal de belasting
willen verhogen met alleen de geldontwaarding. De ander zal
zeggen, voor mij is dat vijf procent en misschien dat er bij
zijn die zeggen dat als ze dat allemaal moeten en kunnen
doen wat wij hier gehoord hebben dan wordt dat misschien
vijftig of honderd procent. Maar dat hoor ik dan straks van
u wel. De secretaris maakt me er op attent dat uw inbreng
woordelijk uitgeschreven zal worden omdat het ook de echte
bouwstenen worden voor de begroting voor het komend jaar.
Zodat we ook precies na kunnen lopen wat uw inbreng is
geweest. Wat ook de zwaarte is van uw inbreng, kunt kleine
wensen hebben, u kunt grote wensen hebben. Maar dat hoor ik
wel in de bijdrage die u levert. Het verslag wordt woorde
lijk uitgeschreven en we proberen het uiteraard ook in
schrijftaal te doen.
Dan zou ik nu de fracties het woord willen geven. Ik zou
willen beginnen met de fractie Leefbaarheid.