VOORSTEL TOT HET AFWIJZEN VAN TWEE SUBSIDIEVERZOEKEN. (kant 1 tellerstand 83) Het lid Hagenaars heeft met het voorstel als zodanig geen probleem. Wel plaatst hij kanttekeningen bij de datum van het verzoek in relatie tot de behandeling hiervan. Wethouder Mouws geeft aan dat het hier een ommissie betreft. In eerste instantie werd gedacht dat het verzoek alleen aan het college was gericht en niet aan de raad. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van het college van burgemeester en wethouders. VOORSTEL TOT HET AANKOPEN VAN TWEE PERCEELTJES GROND ACHTER DE DORPSSTRAAT (6e bearotinaswi-j ziaina 1995). (Kant 1 tellerstand 106) Het lid van der Weegen geeft aan dat als hier mee wordt ingestemd, ook meteen de uitspraak is gedaan voor de wil tot het maken van een vluchtweg en de wijze waarop deze tot stand wordt gebracht. Tevens is dan de consequentie dat men eraan vast zit en dat men de finaniéle gevolgen hiervan maar te nemen heeft. Hij vindt dat hetgeen ter inzage heeft gelegen tekort schiet. Hij vindt dat hier sprake is van onvoldoende informatie aan de raad, waardoor de raad geen afweging kan maken over de noodzaak en over de oplossing hiervan. Hij stelt voor om op grond van artikel 7, lid 6, van het Reglement van Orde van de vergadering van de raad het voorstel terug te nemen. Het lid van Eekelen ziet op tegen de kosten die deze vluchtgang met zich brengt in het kader van de brandveiligheid. Het verbaast hem dat bij de verbouwing van twee jaar geleden hier geen opmerkingen over zijn gemaakt. Hij verzoekt andere mogelijkheden te bekijken en de eventuele bouwkundige aspecten hierin mee te nemen. Het lid Huijgens vindt het een alleszins redelijke vergoeding welke aan de betrokkenen dient te worden betaald. Wethouder Roosenboom geeft aan dat men zich in de raad moet beperken tot hoofdlijnen en de discussie over details moet voeren in de commissie. Hij geeft aan dat dit uitvoerig is besproken in de commissie. De vergoeding welke nu moet worden betaald vindt hij niet te veel. Hij geeft een uiteenzetting hoe de prijs tot stand is gekomen. Hij is het dan ook oneens met de eerste twee sprekers dat het hier om vorstelijke bedragen gaat. Het lid van der Weegen ontkent over bedragen te hebben gesproken. Wethouder Roosenboom geeft aan dat er een keuze is gemaakt tussen een inpandige vluchtweg en het voorstel zoals het er nu ligt. De keuze is uiteindelijk gevallen op een uitwendige vluchtweg omdat het inpandig op teveel problemen stuitte. Buiten de bedragen die nu aan de orde zijn dient ook nog een bestrating aangelegd te worden en dienen er vluchtdeuren te worden aangebracht. Deze eisen zijn opgelegd door de brandweer en daar moet aan worden voldaan. Vanuit kostenoogpunt is dit de goedkoopste oplossing mede gezien het feit dat men bij een inwendige vluchtroute met

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1995 | | pagina 2