22 Met die schadevergoeding van 60.000,-- kan de ondernemer weinig doen. Daarom wil ik het college vragen bereid te zijn het bestemmingsplan aan te passen wanneer een ondernemer zijn bedrijf nu kan verkopen en samen met hem te zoeken naar een voor de ondernemer zo gunstig mogelijke oplossing. Als u die toezegging kunt doen dan kunnen wij met dit voorstel instemmen. Verder wil ik het college vragen zich van nu af aan te houden aan de wettelijke voorschriften ook voor wat betreft de Hinderwet en geen gedoogbeleid meer te voeren. Want dat is zowel voor de ondernemers als voor de burgers het beste. Wij vragen dus om een duidelijk beleid naar de toekomst zodat schadeloosstellingen en claims zoals nu, voorkomen kunnen worden. Het lid van Eekelen; Wij hebben toch wel wat moeite met uw voorstel. In 1983 is het bedrijf bewust overgestapt van een akkerbouwbedrijf naar een intensieve veehouderij. Wij moeten er van uit gaan dat de bedrijfsvoerder de wet kent en dus wist dat hij een hinderwetvergunning aan moest vragen. Als ik tien jaar lang rondrijd zonder dat ik een rijbewijs heb en ik wordt dan na tien jaar door de politie gepakt, dan denk ik dat ik een boete krijg en niet tegen het politie apparaat kan zeggen van, u hebt tien jaar lang gedoogd dat ik zonder rijbewijs rij en daarom krijg ik van u een vergoe ding. Ik denk dat dat niet op gaat. Verder een concrete vraag, hij is net ook door mevrouw van Akkeren gesteld, dat is als u bereid bent om het bestemmingsplan te wijzigen zodanig dat daar andere mogelijkheden zijn voor de bedrijfs voerder. Dan denk ik dat hij beter uit is met die verande ring van dat bestemmingsplan dan met die 60.000,-- Als wij juridisch geen schuld hebben alleen maar een morele schuld, dan moeten we er toch wel rekening mee houden dat die 60.000,-- of nog meer misschien, dat dat door de burger opgebracht moet worden. Daar hebben wij toch wel wat moeite mee om dat soort douceurtjes uit te gaan delen als wij juridisch geen verantwoordelijkheid hebben. Het lid RoksIk wil de geschiedenis laten voor wat die is. Het is in 1979 begonnen, dat heb ik ook uit de stukken gelezen. Laat ik me daar verder niet in verdiepen. Alleen het feit, en ik denk dat dat op dit moment aan de orde is, het college stelt voor de familie Beijaerts 60.000,-- te betalen. Ik denk dan dat zo'n bedrag gebaseerd is op cijfers die weer afgeleid zijn van de werkelijkheid. Toen ik het SAOZ-rapport las, dacht ik waar staat nu waar die 60.000,-- op gebaseerd is. In het kort komt het dan hier op neer dat het SAOZ geen gebruik maakt van de gegevens van DLV rundveehouderij Breda dus de dienst landbouwvoor lichting. Men vindt die cijfers te hoog zonder opgaaf van reden overigens. Men hanteert niet de cijfers zo die in werkelijkheid zijn bij de heer Beijaerts, want men spreekt hier over het geven van schadevergoeding. Of dat dat dan morele schade is of werkelijk schade, dat doet er niet toe. Het gaat om het bedrag aan schade. Dan is onze mening dat het cijfer ook gebaseerd moet zijn op de werkelijkheid. Het SAOZ heeft hier duidelijk een fout gemaakt. Men hanteert niet de cijfers zoals de DLV dat doet.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1993 | | pagina 47