Tegen het voorstel stemmen de leden: Meerman, Somers, me vrouw Verhoog, Adriaansen, van den Kieboom en Roosenboom. De voorzitter: Het voorstel van het college is dus aangeno men met acht stemmen voor en zes stemmen tegen. De voorzitter: Dan komen we bij het tweede voorstel. Dat is om ongegrond te verklaren het voorbereidingsbesluit voor twee woningen. Wie voor het voorstel van het college is die zegge voor. Voor het voorstel stemmen de leden: Roks, mevrouw de Koning van de Casteel, mevrouw van Akkeren-Brand, van Tilburg, Hagenaars, van Eekelen, wethouder Mouws en wethouder van der Weegen. Tegen het voorstel stemmen de leden: Meerman, Somers, me vrouw Verhoog, Adriaansen, van den Kieboom en Roosenboom. De voorzitter: Ook dit voorstel van het college is met acht stemmen voor en zes stemmen tegen aangenomen. Zodat conform het voorstel van het college is besloten. VOORSTEL TOT HET VOTEREN VAN EEN KREDIET VAN 60.000,-- VOOR DE BEDRIJFSBEËINDIGING VAN DORPSSTRAAT 103BOERDERIJ 'T LINDEKE) (26E WIJZIGING BEGROTING 1993). Het lid van Akkeren-Brand: Wij vinden het heel erg moeilijk om in deze zaak een beslissing te nemen. Natuurlijk draagt het bedrijf in de eerste plaats de verantwoordelijkheid voor de situatie. Maar ook de gemeente heeft grote fouten gemaakt en kansen tot een oplossing laten liggen. Dit wordt door het college ook wel toegegeven en vandaar deze schadeloosstel ling. In het verleden heeft de gemeente het niet zo nauw genomen met de voorlichting over en de controle op de hin derwet. Daar plukken we nu de wrange vruchten van. De bur ger, de belastingbetaler kan er nu weer voor opdraaien. Hoeveel van dit soort gevallen kunnen we eigenlijk nog ver wachten? In 1979 heeft de gemeente een goede kans om deze zaak op te lossen, laten liggen. Dat kunnen we lezen in de reactie van N.C.B. van 3 augustus 1992. De Raad van State heeft in 1979 al gezegd dat handhaving van dat bedrijf niet mogelijk was in die omgeving. In datzelfde jaar heeft de familie Beijaerts aan de gemeente gevraagd om het bestem mingsplan te veranderen voor een andere bestemming, omdat ze er toen een potentiële koper voor hadden. Nogmaals deze kans heeft de gemeente toen laten liggen, terwijl men wist dat het bedrijf daar niet te handhaven was. De ondernemer kon daardoor dan ook geen kant meer op. Ondanks duidelijke circulaires van de overheid heeft de gemeente nooit een hinderwetvergunning verlangd. Blijkbaar ook niet toen er nog nieuwe stallen bij werden gebouwd.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1993 | | pagina 46