20
De voorzitter: Alleen dat feit is natuurlijk niet voldoende
om een bezwaar naast je neer te leggen. Je kunt zeggen, ik
deel dat bezwaar niet, want dat is flauwekul. Veertig gara
ges dat stelt niets voor dat is helemaal geen extra ver
keersbelasting. Dat kun je vinden, maar als je een bezwaar
wegwuift door te zeggen ze kunnen nog een keer in beroep
gaan, dat is in elk geval niet de gedachtengang die het
college erg aanspreekt.
Dan zegt u, dat is eigenlijk ook een beetje in dezelfde
lijn, de provincie beslist zelf wel wat ze willen doen over
dat voorbereidingsbesluitDat is op zichzelf natuurlijk
correct. De Raad van state neemt ook iedere dag beslissin
gen, of althans de kroon neemt dan de beslissing en de Raad
van State adviseert. Op zichzelf is dat volkomen juist. Maar
dat laat natuurlijk onverlet dat hier het primaat ligt om op
een gegeven moment al of niet iets aan te zwengelen. Dat wij
natuurlijk gehouden zijn, als gemeenteraad van Halsteren, om
er voor te zorgen dat de voorstellen die wij doen dat dat
ook serieuze voorstellen zijn. Dat niet alleen de burger kan
zeggen van, nou als de gemeenteraad van Halsteren achter me
gaat staan dan heb ik daar wat aan, maar ook dat er op pro
vinciaal niveau gezegd wordt van kijk, in Halsteren hebben
ze de zaak goed bekeken en daar kunnen wij wat mee. Als je
zegt, iedere burger die langskomt, we zijn gewoon een soort
loket een soort postorderbedrijf en verder doen wij niets.
Dan denk ik dat wij bezig zijn onze bevoegdheden als raad
gewoon weg te gooien. Dat kan natuurlijk ook nooit de bedoe
ling zijn. Vandaar dat ik het ook absoluut niet met uw
redenering eens ben om geen rekening te houden met de alge
mene planologische afwegingen zoals die op provinciaal ni
veau bekend zijn. Uw derde punt is dat u zegt van, het gaat
eigenlijk om twee verschillende zaken. Er zijn ook twee
bezwaarschriften ingediend en daar zou u apart over willen
stemmen. Ik denk dat daar geen bezwaar tegen hoeft te zijn.
Dan zouden we het zo kunnen doen. U vraagt hoofdelijke
stemming en dan zouden we eerst de garages kunnen doen en
ten tweede de twee woningen.
Het lid Roosenboom: Het is nog niet zo lang geleden dat hier
in deze raadzaal het woord minachting over de tafel rolde.
Elke politieke groepering heeft zijn of haar vertegenwoordi
ger aangewezen in de commissie AROB. Ik voel een bepaalde
minachting naar die mensen toe die toch heel serieus hun
werk hebben gedaan en dat dat zo maar onder tafel wordt ge
veegd.
De voorzitter: Aan de orde is het voorstel van het college
om het bezwaarschrift tegen het weigeren van het nemen van
een voorbereidingsbesluit voor het bouwen van die veertig
garages, om dat ongegrond te verklaren. Als u het met het
college eens bent zegt u voor.
Voor het voorstel stemmen de leden: Roks, mevrouw de Koning
van de Casteel, mevrouw van Akkeren-Brand, van Tilburg,
Hagenaars, van Eekelen, wethouder Mouws en wethouder van der
Weegen