8
Later heeft dat, mede door de discussie die in de raad is
gevoerd en ook daarna weer met de bewoners, is er een ander
licht over gaan schijnen. Daar zijn de mensen een beetje van
geschrokken. Maar overigens, ik heb hier geen enkele verwijt
naar het college geuit.
Ik heb alleen gezegd dat de Groepering Leefbaarheid, als dit
te zijner tijd aan de orde komt, rekening houdt met de wen
sen van de huidige bewoners en dat meeneemt in de discussie,
wij wachten rustig af. Wij hebben kennis genomen van hun
schrijven. Kennelijk wordt het juridisch niet ontvankelijk
verklaard. Ik neem aan dat dat allemaal goed bekeken is. U
hebt dat zwart op wit gezet, de rechten van de mensen blij
ven voor honderd procent overeind staan. Als zich dat voor
doet dan denk ik wel dat de mensen weten waar ze terecht
kunnen. Althans als ik de brieven heb gelezen dan zijn ze
mondig genoeg.
De voorzitter: Ten aanzien van de betrokkenheid van de raad.
In de vorige raadsvergadering is gewoon de gang van zaken
afgesproken zoals dat gaat. Als het college de overeenkom
sten zeg maar, klaar heeft dan geeft ze het voornemen aan de
raad te kennen van, wij willen met die en die mensen, die en
die overeenkomsten sluiten. Dan kan de raad daar kennis van
nemen. Verder, als er een groepje mensen overblijft die niet
aan de overeenkomst mee willen doen, dan zullen wij aan de
raad belastingverordeningen voorleggen, teneinde er voor te
zorgen dat we via een belastingaanslag die kosten daar kun
nen verhalen. Ik denk dat bij dat hele proces, daar zal de
raad ten nauwste betrokken blijven. Voor het overige, de
inhoudelijke kant van de zaak is het natuurlijk toch zo dat
wanneer door de overheid op een bepaald terrein gewoon in
vesteringen gedaan worden in wegen, in straatverlichting, in
riolering, zeker daar waar hij er nog niet is, dat daar na
tuurlijk kosten uit voortvloeien. Dat die dus ook voor de
zittende bewoners gedaan worden. Daar kun je over discussi
eren. Wij vinden dat wij goede argumenten hebben om ook hun
daarbij te betrekken. Maar nogmaals die discussie die komt.
Het lid Meerman: Bij interruptie. U zet me zelf weer op het
spoor. Die mensen wonen daar toch al heel lang? Die mensen
hebben toch eigenlijk min of meer bepaalde rechten opgebouwd
vanuit hun onroerend-goedbelasting in het verleden?
U zegt op een bepaald moment van lantaarnpalen, dingen en
noem maar op. Ik neem gewoon aan omdat de mensen gewoon
altijd hun lasten betaald hebben, dat ze daar automatisch
voor in aanmerking komen. Ik vind het een beetje dubbel.
Meneer van der Weegen zit weer te knikken. Ik heb het tegen
de voorzitter, dat vind ik meer dan zat. Ik vind het een
beetje dubbel, dus verduidelijkt u dat nog eens een keer. Ik
ga op twee voeten hinken.
De voorzitter: Ik weet niet of we daar nu op dit moment diep
op in moeten gaan. Het is gewoon zo, dat de aanleg van nuts
voorzieningen van straten, wegen, groen en dergelijke, die
dus onder andere door de onroerende-zaakopbrengst wordt ge
dekt. Maar bijvoorbeeld in nieuwe gebieden, door de op
brengst van de grondverkoop. Dat gaat in vrijwel alle stads
uitleg zo.