7 De voorzitter: Al in een heel vroeg stadium is er een bij eenkomst geweest waarin wij de mensen uiteen hebben gezet wat de bedoeling is en was. Wat dat betreft kan ik ook niet ontkennen, is het op zichzelf een vrij, niet erg alledaagse wijze van ontwikkelen. Dus dat mensen op een gegeven moment gedacht hebben van dat zal zo'n vaart niet lopen, dat kan ik me op zichzelf wel voorstellen. Aan de andere kant de hele bestemmingsplanprocedure, ook daar zijn hoorzittingen over gehouden en zo. Dus dat men nu zegt we weten van niets en wij denken dat dat allemaal om ons heen gebeurt zonder dat wij daar wat mee te maken hebben, dat is natuurlijk toch niet helemaal juist. Ik denk dat we straks gewoon op het moment dat de belastingverordening hier op tafel ligt en aanslagen worden vastgesteld, dan zal die toets in alle rechtmatigheid plaatsvinden en zal ook als ze daar bezwaar tegen maken door de belastingrechter vast worden gesteld of ze al of niet profijt hebben en of wij al of niet tot een redelijke toedeling van kosten zijn kunnen komen. Ons in ziens is dat dus wel zo. Het moge duidelijk zijn dat dat meningsverschil wel zal blijven hangen. Om geen misverstan den daarover te krijgen. De heer Roosenboom zegt, die over eenkomsten die komen hier allemaal in de raad aan de orde. Die moeten aan de raad gemeld worden. Het voornemen om een overeenkomst te sluiten. U kunt het dan wel aan de orde stellen, maar het is natuurlijk niet zo, dat is ook de vorige keer aan de orde geweest, dat dat allemaal aparte raadsbesluiten vergen. De raad kan dat op een gegeven moment wel doen, maar op zichzelf heeft B&W de mogelijkheid om die overeenkomst te sluiten. Die moet dan dat voornemen om te sluiten aan de raad melden. Zegt de raad vervolgens, dat is goed zo, dan kan B&W die overeenkomst dan ook aan gaan. Het lid Roosenboom: Om bij het laatste aan te sluiten. Ik heb helemaal niet de pretentie om hier in de raad overeen komsten te sluiten met bewoners. Ik denk dat dat inderdaad een taak is van het college. Ik heb begrepen, als u overeen komsten hebt gesloten, dan neem ik aan, dat als de mensen over en weer akkoord zijn, dan lijkt het me voor een raads lid heel moeilijk om te zeggen, ja, die mensen willen, het college is akkoord, wij gaan niet akkoord. Wij denken dat er misschien altijd wel discussiegevallen blijven, waar de raad toch wel graag bij betrokken wil blijven. Dat heb ik begre pen uit de vorige raadsvergadering, dat de raad bij deze zaak betrokken zou blijven. Dat het niet een kwestie is ge weest van, we hebben hier in de raad dat stuk gehad en we hebben iets aan het college gedelegeerd en horen of zien er nooit meer iets van. Het blijft altijd zo dat het college degene is die het werk uitvoeren wat de raad hen opdraagt. Toch zijn de misverstanden ontstaan uit de eerste contacten die zijn gelegd, terecht u wijst er ook op, bij die hoorzit tingen. Toen is eigenlijk nooit zo uitdrukkelijk tegen de huidige bewoners verteld dat zij aan dat plan mee moesten betalen. Dat blijkt ook uit de correspondentie die zij voe ren in hun brieven.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1993 | | pagina 32