14 Wij zijn van mening dat de Wittenhorst, toen de artikel 61- commissie rond de jaren tachtig is samengesteld, het college en ook de raad heel bewust gekozen hebben voor een commissie die zich zo ver mogelijk van de actieve politiek afstaat. Zo neutraal mogelijk. Ik denk dat daar nu anno 1994, dat duurt nog maar een paar weken, dat die problemen nog groter zijn dan toen. Ik vond dat we toen als raad een heel wijs besluit hebben genomen. Er is geen enkele aanleiding om dat nu te veranderen. Ik denk dat het voor het functioneren van die commissie ook het beste is. U heeft wel een heel mooi ver haal over die gebruikersraad, maar als die commissie wordt opgeheven dan heeft die gebruikersraad eigenlijk geen stem recht meer. Er zijn gevallen geweest dat die commissie bij elkaar kwam en waar de gebruikersraad een meerderheid verte genwoordigde. Dat er van de negen, vijf commissieleden aan wezig waren. Op zichzelf is dat niets ongebruikelijks, maar die drie leden van de gebruikersraad hadden tegen de verho ging van de tarieven kunnen stemmen. Zo belangrijk zijn die drie stemmen binnen de commissie Wittenhorst. Wat u hen ook toezegt, dat kunt u nooit teruggeven aan de gebruikersraad, de rechten die ze nu hebben. Je kunt alleen maar door het handhaven van de commissie Wittenhorst in zijn huidige vorm, die rechten van de gebruikers honderd procent waarborgen. Nogmaals even resumerend, wij zijn niet voldoende overtuigd van uw antwoorden wat betreft de financiële onderbouwing, maar daarvan gaan we verder geen drama maken. Aantekening dat wij geacht zijn tegen. Wij dienen wel een amendement in om de takken van dienst Gemeentewerken, D.S.O.R. op te heffen, dat past bij de reorganisatie, maar we willen daar de Wittenhorst heel duidelijk buiten laten. Dat is indertijd heel nadrukkelijk ook, de man is er niet meer, op een vraag vanuit de commissie Algemeen Bestuurlijke Zaken, toegezegd dat hij ook buiten de reorganisatie van dit plan zou blijven. De voorzitter: Toch even reageren op een paar zaken. Ik denk dat het zo is met betrekking tot de ambtenaren van de ge meente Halsteren, ik heb het al aangegeven, dat is een pro ces wat al twee jaar loopt, in een stuk onzekerheid leven. Ik denk dat het hoe dank ook slecht is om die onzekerheid langer dan nodig in stand te houden. Dat in die zin de stem ming onder de ambtenaren, als die al zou zijn volgens het gegeven van meneer Roosenboom. Ik bestrijdt dat want ik er vaar dat in elk geval niet. Dat die zeker gebaat is bij een stuk concreetheid, zekerheid. Ik denk dat dat in elk geval is in het ambtenarenkorpsOverigens het belang van de ge meenteraad is natuurlijk in deze ook heel duidelijk. U moet er gewoon naar streven om een zo goed mogelijke organisatie te hebben en te houden voor de toekomst. Naar het G.O. toe, daar zitten drie leden in. Destijds bij de verdeling van de commissies is ook het G.O. in elk geval aan de orde geweest. Ik ga dat niet proberen uit te zuiveren hoe dat toen plaatsgevonden heeft. Dat is nu bijna vier jaar geleden, maar toen is er in elk geval gekozen voor drie le den in het G.O. namens de gemeenteraad en drie plaatsver vangende leden.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1993 | | pagina 266