12 Omdat wij denken dat er verenigingen echt niet om kunnen gaan qua beleidsmatige periodes voor vier jaar. Een vereni ging die ook van jaar tot jaar en onderhevig zijn aan be paalde fluctuaties van ledenaantallen. Wat dat betreft zijn dat de neveneffecten. Daarnaast denk ik dat een termijn van vier jaar in dat kader ook wat lang is. Temeer daar compen satie van de subsidiebedragen jaarlijks plaats gaat vinden op basis van de index. Wij vinden dat op termijn toch een klein beetje aan de magere kant. Het kan niet zo zijn dat een vereniging met die prijsontwikkelingen op en neer mee moet gaan met de wetenschap dat, in het ene jaar is het iets meer in het andere jaar is het iets minder aan verenigings activiteiten. Dus dat fluctueert nogal. Wij verzoeken het college om eens te kijken naar die termijn van vier jaar. Het is te bezien of een termijn van twee jaar wellicht niet beter zou kunnen zijn, omdat je dan in ieder geval rechtdoet aan het ontwikkelen van een stuk subsidieverstrekking op maat. Ik kan me voorstellen, het ene jaar heb je behoefte aan een x-aantal guldens plus en het andere jaar aan een x- aantal guldens min. Wat dat betreft denk ik dat je om de twee jaar die zaken nog eens moet kunnen bekijken, teneinde nog wat bijstellingen te kunnen plegen. Het lid SomersEen gedegen stuk hebben we voor onze neus gekregen. Er is lang over gepraat, veel over gediscussieerd. Enkele kanttekeningen onzerzijds. In het voorstel, waar overigens ook in de commissie vraagtekens bij werden ge plaatst inzake de gewichtstoekenning aan diverse instellin gen en verenigingen, ontmoet ik een aantal toch enigszins tegenstrijdigheden. Er werd gezegd dat die gewichtstoeken ning geen enkele invloed zou hebben op de hoogte van het bedrag van de toegekende subsidie. Er wordt in het stuk gezegd, met de gewichtstoekenning is niet beoogd een meetlat te presenteren waarvan af te lezen zou zijn dat de ene instelling bijvoorbeeld meer of minder belangrijk of te waarderen is dan de ander. Er wordt ook gezegd dat het een enigszins arbitraire scoring is. Ik vind het persoonlijk niets enigszins arbitrair, ik vind het helemaal arbitrair. Ik wil vragen om toch objectieve maatstaven aan te leggen om die gewichtstoekenning een zekere waarde te geven. Waarom vraag ik dat, omdat in de volgende alinea in het stuk staat dat die gewichtstoekenning wel degelijk bedoeld is om aan te geven dat het waarborgen van gekwalificeerde maatschappelijke dienstverlening meer financiële overheidssteun vergt dan het in stand houden van recreatieve verenigingen. Waarmee dus gezegd wordt, wanneer de financiële situatie nijpend wordt dan zal dat betekenen dat de instanties c.q. verenigingen die dus een hoge kwali ficatie hebben een hoge gewichtstoekenning, dat die minder snel bang moeten zijn dat ze een subsidiebedrag gekort zien dan de andere verenigingen. Dus vinden wij dat die gewichts toekenning gebaseerd moet zijn op objectieve maatstaven. Dat is een kanttekening. Dan kanttekening twee. Het betreft dan ook, waar de heer van Tilburg van Gemeentebelangen over spraak, het besluit wat staat op pagina 27.9.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1993 | | pagina 225