11 Het C.D.A. is sterk voorstander van het stimuleren van activiteiten voor en door de jeugd. In het kader van onze visie op de kerntaken van de gemeente. Wanneer afwegingen gemaakt moeten worden dan dienen de jeugdsubsidies ook zoveel mogelijk te worden ontzien. In grote lijnen kunnen wij het ook eens zijn met de conclusies en voorstellen zoals genoemd in hoofdstuk 6. Alleen hebben wij er een paar opmer kingen over. We hebben steeds aangedrongen op de invoering van een budgetsubsidiesysteem. Met die invoering van zo'n systeem zullen wij geen probleem hebben. Maar bij punt 9b bladzijde 27, staat, "waarbij kan worden vastgelegd dat de toe te kennen subsidie jaarlijks wordt aangepast op grond van loon- en prijsontwikkeling voor zover de gemeentebegro ting dat toelaat". Wij willen toch wel sterk de nadruk leggen op dat woordje "kan". Het is toch niet de bedoeling dat alle subsidies in het vervolg met een bepaald percentage omhoog zullen gaan. Wel vinden wij dat verenigingen de stijgingen van de loon kosten van beroepskrachten moeten kunnen betalen. Die verho gingen zouden wij alleen willen toepassen op dat deel van de gesubsidieerde kosten. Graag willen wij uw mening daarover. Het lid van Eekelen: Inhoudelijk hebben wij niet zo heel veel opmerkingen omdat deze notitie in de commissie Welzijn, ik dacht wel een keer of drie, vier uitvoerig besproken is. Wat dat betreft naar mevrouw van Akkeren toe, de afweging is toch wel degelijk en zorgvuldig gemaakt denk ik dan. Toch zou ik graag een correctie voor willen stellen op bladzijde 10, daar waar u schrijft, "de Oranjevereniging vergaarde in 1992 ruim eenderde van haar inkomsten uit een uit de bevol king gehouden giro-actie". Ik zou dit graag gecorrigeerd zien in de Oranjevereniging afdeling Halsteren. Ik heb dat zelf ook bij het concept in de commissie niet opgemerkt, maar het viel mij op bij het doornemen van de stukken. Op bladzijde 26 bij punt 3 van de voorstellen. Bij de voor stellen wordt gesproken over de activiteitensubsidie. Er is in de commissievergadering van 7 september afgesproken dat als de Lepelstraatse doelgroep haar activiteit weer op zal starten dat dan deze subsidie ook weer terecht zal komen ten behoeve van die Lepelstraatse doelgroep. Van deze afspraak zie ik hier niets meer terug. Het lid van Tilburg: Wat hier voor ligt komt denk ik in belangrijke mate tegemoet aan de wens toch van deze raad om enerzijds de kosten beheersbaar te houden en anderzijds de subsidie methodiek te inplanteren welke, gelet op de diver siteit van de verenigingsactiviteiten, recht doet aan een subsidieverstrekking waar eenieder mee uit de voeten kan. Een nieuw element van beleid is het voornemen van subsidie voor een periode van vier jaar vast te leggen. Op zich is het in principe geen verkeerd uitgangspunt omdat dan eenie der weet waar men op termijn aan toe is. De negatieve zaak van dit beleidsvoornemen is dat op termijn een zekere ver schraling op zal gaan treden van verenigingsactiviteiten.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1993 | | pagina 224