19 We hebben nu ook een bezoldigingssysteem. Daar worden ook mensen gelukkig iedere maand netjes betaald. De discussie is alleen maar voortgekomen uit het feit dat wij geen geforma liseerde aanlooprang hebben. De bonden hebben nu gezegd, dan willen wij over een totaal bezoldigingbeleid praten alvorens wij over de aanlooprang willen gaan praten. In dat kader is die afspraak gemaakt en heeft op zichzelf weinig met dit mo ment van vertrek, start van de invulling van de organisatie, te maken. Ik denk dat het toch wel belangrijk is om vast te stellen dat de raad natuurlijk over de hoofdpunten zoals die aan de orde zijn, er zijn natuurlijk in het voortraject al een aantal belangrijke besluiten genomen. We zitten nu ge woon in de uitwerkingsfase. Wat we nu moeten doen is het vaststellen van het vertrekpunt. Ik denk niet dat het nodig is om, in elk geval hebben de vakorganisaties dat zelf ook absoluut niet voor ogen gehad, dat het discussiëren over het bezoldigingsbeleid zou leiden tot uitstel van de start van de invulling van de reorganisa tie. De heer Roosenboom heeft een aantal opmerkingen gemaakt waarin op zichzelf een hele hoge achting voor de invloed van wat een burgemeester allemaal vermag en zelfs de leeftijd van een burgemeester is al voldoende om voorspellingen te kunnen doen over het voortbestaan van de gemeente Halsteren. Ik denk dat dat gelukkig zo toch niet werkt. Ik denk dat de raad van de gemeente Halsteren, die is, zo lang als de ge meente bestaat, en dat is in elk geval menselijkerwijs ge sproken nog drie jaar, die heeft gewoon de verplichting om er voor te zorgen dat er op zo'n efficiënt mogelijke wijze met de middelen die de raad ter beschikking staan, en het personeel is daarbij het belangrijkste middel, dat daarmee gewerkt wordt en op een zodanige wijze dat er voor de be trokken mensen ook een zo goed mogelijke arbeidsprestatie geleverd kan worden. Waarbij ook nadrukkelijk is inbegrepen dat zij daar zelf ook een bevrediging aan ontlenen. Het is dus in geen enkel opzicht, dat heb ik ook in eerste termijn proberen aan te geven, nuttig of zelfs wenselijk om ergens op te wachten, dat is niet in het belang van de Halsterse burger. Dit is ook niet in het belang van de Halsterse me dewerkers. Het is ook niet in het belang van het mogelijke proces van het in elkaar schuiven van organisaties of zo. Ik denk dat we ons werk heel duidelijk moeten zien waar het ook ligt. Het is gewoon bij de dagelijkse zorg voor de Halsterse burger en de Halsterse leefomgeving. Daar moeten wij met z'n allen de randvoorwaarden voor scheppen. Als er in het G.O. op een bepaalde wijze over onderwerpen wordt gediscussieerd dan zijn wij gewoon gehouden om dat netjes in het verslag weer te geven. Dit verslag is nog niet door het G.O. vastge steld kunnen worden. Het kan best wezen dat daar wijzigingen in komen. Maar in elk geval zoals het er staat, staat het er. Het zou denk ik zeer ongepast zijn dat, als er dingen naar voren gebracht worden, dat wij daar in zouden zitten veran deren. Hij heeft ook nog een opmerking gemaakt over de commissiestructuur

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1993 | | pagina 176