79 Dan naar meneer Roosenboom toe, die zegt ik ben het niet eens met die strofe. Ik vind dat prima als meneer Roosenboom aangeeft waar hij overigens dan dat tekort door dekt. Wij ramen 375.000,invoering rioolbelasting en 203.000, verlaging onroerend-goedbelastingen. Dus 172.000,Als hij voorstelt om die 172.000, niet in de vorm van een rioolbelasting op te leggen maar daarmee de onroerend-goedbelastingen te verhogen in 1997 dan schept dat geen problemen. Als hij dat niet doet in 1997, dan schept het wel problemen. Maar het is natuurlijk niet zo dat er vanavond besloten wordt door het invoeren van rioolbelasting. Dit is een dek kingsplaatje voor het jaar 1997. Het lid Roosenboom: Anders zegt u in de toekomst, dat hebben wij in 1993 op 14 oktober in principe besloten. Ik wil hele maal niet een principe-besluit nemen. Wethouder van der Weeqen: Niet rioolbelasting, maar dan komt er gewoon te staan, verhoging onroerende-zaakbelastingen. De voorzitter: Nee, niet een ander verhaal. Daar moeten we toch een beetje zorgvuldig in zijn. Dit is de begroting, daar moeten we mee aan de gang. De raad is daar verantwoor delijk voor. Het is niet zo dat je zegt van de raad stelt de begroting vast met een verschil van 50.000,en het col lege ziet maar hoe ze dat gat dichten. De raad is de enige die dat kan en doet. Het lid Roosenboom: Dan dragen wij het college op om daar voorstellen voor te doen. De voorzitter: Komen we dan in termijnen terecht? Wethouder van der Weeqen: Nogmaals, de gemeenteraad moet zorgen voor een sluitende begroting. Tenzij u aangeeft, kijk bezuinig maar 172.000,op wel zijn. We moeten natuurlijk goed weten, het gaat hier om een beeld dat je zegt van, zo zou de begroting in de komende ja ren gedekt kunnen worden. Als wij in 1997 vinden dat de on roerend-goedbelastingen toch maar beter verhoogd kan worden in plaats van de invoering van de rioolbelasting dan is daar niets in de weg. Als dat de kou uit de lucht zou kunnen ne men. Er is geen sprake van dat wij hier nu besluiten dat persé die rioolbelasting wordt ingevoerd. Er wordt wel be sloten dat we zeggen in elk geval kan de begroting met rioolbelasting sluitend gemaakt worden. Voor hetzelfde geld had er kunnen staan, in elk geval kan de begroting met de verhoging van zeven procent, noem maar een dwarsstraat, on roerend-goedbelastingen sluitend gemaakt worden. In die zin, en daar zou u ook dezelfde problemen mee hebben, en het gaat er om dat u als raad fundamenteel de vrijheid hebt om vol gend jaar of over twee jaar gewoon te zeggen van, dat was toen leuk bedacht. Dat doen we niet. Het lid Roosenboom: Voor mij is dat gewoon een principiële zaak, of voor de Groepering Leefbaarheid, dat wij die riool belasting niet meer willen herinvoeren. We hebben het inder tijd ingebracht in de onroerend-goedbelasting en ik vind, zolang ik nog raadslid ben, en dat wil ik toch nog een tijdje blijven, vind ik niet dat ik daar op terug moet komen

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1993 | | pagina 144