54 Ik heb de indruk dat dat mis-schien wellicht een cadeautje van u zal zijn met uw naderende vertrek. Is dat niet zo dan heeft het toch te maken met toch nog een bestuurlijke ach tergrond. Daar ga ik dan gemakshalve even van uit. Ik wil enkele opmerkingen maken met betrekking tot de antwoorden via wethouder van der Weegen, inzake het flankerend ouderen beleid. Iedereen die de publicaties bijhoudt, moet eigenlijk geschrokken zijn van de kortingen die men dreigt door te voeren op de bejaardenoorden. Het is politiek bedrijven en het is denk ik slechts uitstel van executie, want ook de Tweede Kamerverkiezingen zitten er weer aan te komen, dus de lucht is nog niet opgeklaard. Ik wil even duidelijk maken hoe de verhoudingen nu eigenlijk liggen met betrekking tot de bejaardenoorden. Als wij ons bedenken, dat de kosten voor een verzorgingsdag voor een bejaarde, zo'n pak weg 125,-- bedraagt en als we dat aan een gedetineerde relateren die ook in een huis zit, maar dan in een heel ander, die kost dan ongeveer het viervoudige. Als we dat bekijken, dan zeggen we waar zijn we in dit land mee bezig. Uit dat oogpunt zeg ik, die bejaarde heeft recht op iets meer dan een klein advokaatje. Wij vinden dat er in ieder geval gekeken moet worden om het flankerend ouderenbe leid eens wat te verruimen. Al filosoferende kun je eens kijken naar de vraag of je binnen dat beleid ook een stukje zorg kunt vertalen juist naar die bejaarden toe. En dan niet zo maar, nee, dat moet je in mijn optiek proberen gestructu reerd te doen via het bejaardenhuis St. Elisabeth. Daar heeft men de know how voorhanden en ik denk dat dat het geëigende instrument is om daar in ieder geval eens een keer met die mensen te spreken. Een andere zaak is om dat bejaar denbeleid eens wat te verruimen. Bijvoorbeeld mensen die in een steunpunt wonen een wezenlijk onderdeel van de ouderen zorg, maar de zorg is er niet. Dan denk ik dat je gewoon moet zeggen, kijk daar eens naar en de accommodatie die daarbij staat, laat die voor mijn part beheerd worden door het bejaardentehuis. Wij hebben het nu binnen onze eigen gelederen en laat die bejaarden dat zelf doen via het be jaardentehuis. Het is zo maar wat brainstormen. Het is bij mij uiteraard ook niet helemaal uitgekristalliseerd, maar goed dat kan op dit moment ook niet. Maar ik denk dat het best zinvol is om daar eens een keer over na te denken. Met betrekking tot de subsidie op maat, meneer Roosenboom heeft dat al aangegeven, een voorstel wat eigenlijk uit zijn hart is gegrepen, heb ik begrepen. Wat bedoelen wij hier nu in principe mee, subsidie op maat. Subsidie op maat betekent in onze optiek eigenlijk dat je de binnen en buitensport op een totaal andere wijze moet beoor delen als het gaat om een stuk subsidiëring. De uitkomst van het maatwerk moet zijn basis hebben naar de soort waarbij, weliswaar een stukje, budgettair te werk kan gaan. Doch er wordt dan in zo'n vorm meer recht gedaan aan een verdeling. Wat wij nu doen is eigenlijk de verordening toepassen met emolumenten die eigenlijk niet op beide takken van toepas sing zijn. Vandaar dat je daar een differentiatie in aan moet brengen.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1993 | | pagina 119