30 De voorzitter: Even nog richting meneer van Eekelen, ik ben met u eens het is juist heel goed dat mensen actief zijn in de verenigingen en dat juist inderdaad in die kleine gemeen schap de mensen die zich inzetten en initiatief tonen, dat die ook vaak politiek boven komen drijven. U bent het ook eens dat die zaken strikt gescheiden moeten worden. Het is natuurlijk niet zo meneer Roosenboom, dat het gaat om de financiële belangen of zo. Dat is niet aan de orde. Er kunnen ook gewoon, laten we zeggen, belangen van de instantie die je vertegenwoordigt of zo. Als hier iemand in de raad zit die bijvoorbeeld, wij hebben nu toevallig geen openbaar onder wijs, maar als je een schoolhoofd zou moeten benoemen als raad. Dat hoeft helemaal geen persoonlijk belang van iemand te zijn om zijn familielid er in te krijgen. Daar wordt hij helemaal niet beter van, maar toch zegt de wet dat hij dat niet moet doen. Het is natuurlijk ook bij sport verenigingen, daar kan toch een substantieel belang gelegen zijn ook bij iemand die voorzitter daar van is, dat daar een bepaalde extra subsidie naar toe komt. Waardoor die voorzit ter weer in de ledenvergadering kan zeggen, ja, kijk eens jongens dat hebben we toch maar mooi voor elkaar gekregen. Ik stel voor dat jullie maar weer op mij stemmen. Daar is alle maal niets nadeligs aan. Voor een voorzitter en ook een raadslid, inderdaad, zo werkt dat natuurlijk. Als u de be richten uit Italië nu eens op de voet zou volgen, daar komen bij bosjes dit soort dingen voor. Nu wil ik ons helemaal niet met Italië vergelijken, want dat is toch een beetje doorge schoten. Maar in essentie is dat natuurlijk wel het probleem. Dan moet dat raadslid dat zelf allemaal maar uitmaken zegt u. In eerste instantie natuurlijk wel, maar ja, ik vind het inderdaad mijn plicht ook in relatie vooral ook met die zuiverheid waarvan ik vind dat de raad,-juist omdat het het meest kwetsbare is, niemand kan dat meten of vaststellen of zo, dat moeten we allemaal zelf doen-, vind ik het gerechtigd dat als ik het weet dat ik daar wat van zeg. Het lid MeermanBij interruptie. Er wordt al zoveel bezui nigd. Er is geen eer mee mee te behalen voor geen ene voor zitter meer. Ik bedoel wat dat betreft. De voorzitter; Ja, maar je kunt ook minder bezuinigen. U begrijpt mij wel hoop ik. Ik denk dat als we in de goede in tentie hier met elkaar over willen praten steeds in voorko mende gevallen, dan hoeft dat ook nooit tot problemen te leiden denk ik. Kunnen we daar zo mee afsluiten? Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voor stel van burgemeester en wethouders Punt 13 Schrijven Groepering leefbaarheid Halsteren/Lepelstraat inzake tijdelijke bewoning bij een in aanbouw zijn huis. Het lid GraafmansHet moge duidelijk zijn, gezien ook de discussie tijdens de vergadering van de commissie Ruimtelijke Ordening van 12 oktober 1992, dat wij geen voorstander zijn om steun te verlenen aan uw besluit om het plaatsen van tijdelijke onderkomens bij in aanbouw zijnde woningen, te verbieden.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1992 | | pagina 219