Ik vind,-en iedereen mag van mij gerust weten waar ik in ben- maar ik ben het met meneer Meerman eens, iedereen moet vertrouwen hebben in elkaar. Dat ze zo integer zijn dat ze die dingen van elkaar kunnen scheiden. Maar ik ben blij dat er raadsleden zijn, dat er commissieleden zijn die actief zijn in verenigingen en dat die daar karren willen trekken. Dat is heel belangrijk. Al die flauwekul van die moet opgeven waar hij in zit, dat is eigenlijk onzin. Iedereen mag van mij gerust weten waar ik in ben, hoor. Ik zal meneer Roosenboom daar een briefje over geven, dan weet hij dat in ieder geval. Het lid Roosenboom; In eerste instantie, ik heb dat als een joke, maar als ik op enigerlei wijze zou hebben beledigd of hebben gekwetst, dan bied ik daar mijn oprechte excuses voor aan.Daar heb ik ook geen moeite mee. Soms flap ik er weieens iets uit, ik realiseer me nu wat ik net gezegd heb. Maar terug naar het betoog. U slaat de spijker letterlijk en fi guurlijk keihard op de kop. U legt de verantwoording bij de raadsleden. De raadsleden bij hun intrede in de raad, moeten ze twee keer een zuiveringseed of hoe ik dat ook mag noemen, afleggen. Het is misschien goed dat u als voorzitter het re fereert als er iets aan de orde is. Maar als het raadslid vindt dat hij mee moet en kan stemmen, dan moet je hem die gelegenheid geven. Het raadslid moet voor zichzelf uitmaken of het wel of niet kan. Toch is artikel 52 wat u noemt, daar ligt het in dat daar persoonlijke, financiële belangen bij betrokken zijn. Dat is toch eigenlijk de intentie van dat artikel. Dat de mensen zich niet op enigerlei wijze verrijken of, u hebt net al gezegd, een balletje toespelen en dat familieleden daar beter van worden. Maar het werk wat de heer Somers doet als voorzitter dat is voor de gemeenschap. Ik denk dat je als voorzitter eerder armer dan rijker wordt. Ik denk dat als dat zich in de toekomst voordoet, dan moet ieder raadslid naar eigen geweten maar bepalen of hij wel of niet mee mag stemmen. Het is uw goed recht om, en misschien uw plicht, om het raadslid er op te wijzen van, ik weet toevallig dat u een bepaalde functie of lid of noem maar op. Dat het raadslid voor zijn eigen gevoel, en tegen de achtergrond van wat hij bij de eerste vergadering heeft beloofd of de eed heeft af gelegd. Dan denk ik dat u voldoende gewaarborgd bent. En u legt toch een stuk verantwoordelijkheid bij de raadsleden en die verantwoordelijkheid bedoelt u ook te zeggen bij de ge vallen waar u het niet van weet. Het is natuurlijk wel verve lend als er een soortgelijk geval plaatsvindt van de heer Somers en niemand van ons midden weet, dan zou u dat achteraf betreuren. Daarom acht ik dat u het heel goed heeft verwoord. Een stuk verantwoordelijkheid bij de mensen zelf. En als de mensen zelf menen dat zij niet over de schreef gaan. Ik neem aan dat ieder raadslid, artikel 52 van de gemeentewet kent. Althans hij moet dat weten, dan is het voor mij over en sluiten. Meneer van Eekelen u hoeft voor mij geen privélijst- je te geven, want nogmaals, je kunt weieens een vraag stellen om een discussie uit te lokken. We hebben er vandaag uitvoe rig over kunnen spreken en u bent daar ook vrij openhartig over geweest. Voor mij is het over en sluiten.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1992 | | pagina 218