52 Ik vind toch een zin die U op het stuk zet van, "ofschoon ik mij niet kan voorstellen dat de gemeenteraad op dit soort korrespondentie zit te wachten", heb ik me toch gestoord. Ik vind iedereen die vindt dat hij op een of andere manier zich tot de raad wil wenden, moet dat kunnen doen. Dan past het niet dat het kollege dit soort zinnen op deze brieven zet, want ik stel wel belangstelling in het schrijven van de burgers van Halsteren en Lepelstraat naar de raad. Ik zal ze dan ook met de volle aandacht lezen. Dan past het niet dat het kollege een zin op het stuk zet dat we daar niet op zitten te wachten. Ik wou dat toch niet onverwoord laten. Ik vind dat eigenlijk een zinsnede, die heeft mij toch wel ge stoken. Het lid Graaf mansWij kunnen best wel onderschrijven de vragen en opmerkingen van de Stichting SKW om met de ruimte beschikbaar te stellen langer door te gaan als tot op het moment dat het Steunpunt klaar is. Er zal natuurlijk best nog wel een aardige periode zitten tussen het moment dat de mensen in het Steunpunt trekken en het SKW heeft een ander onderkomen. Dus misschien dat u bij de beheerskommissie kunt vragen of ze dat inderdaad in willen passen, de termijn voor het beschikbaar stellen van akkommodatie voor SKW. De voorzitter; Dat laatste hangt er een beetje vanaf hoe dat zich ontwikkeld. Wij zijn er van uitgegaan dat een en ander in goed overleg op zijn pootjes terecht komt. Uiteraard zullen wij dat in de gaten houden. Laten we zeggen, op een gegeven moment heeft iemand misschien in een opwelling wat op een papiertje geschreven van, wat is onze betrokkenheid daarbij Als laten we zeggen twee instanties of wat ook wel gebeurt, twee burgers met elkaar in onmin leven en dan doen ze daar een afschrift van aan de gemeente bijvoorbeeld. Daar zijn wij vaak niet direkt partij in. Het is laten we zeggen op zichzelf natuurlijk ieders goed recht om brieven aan de raad te schrijven maar die zijn niet altijd aan het juiste adres. Dat is natuurlijk wel feitelijk het geval. Of je dat nu wel of niet opschrijft datis vers 2. Maar daar is in elk geval niet de intentie mee uitgedrukt dat er geen belangstelling zou zijn voor het werk wat daar gebeurt. Of dat de raad daar geen kennis van zou mogen nemen. Alleen maar aan willen ge ven dat wij geen partij in dat geheel zijn. Het lid Roosenboom: Kan ik uit Uw antwoord konkluderen dat U toch die zinsnede betreurt? De voorzitter: Nou betreurt, ik vind, van mij moet je van je hart geen moordkuil maken. Als op een gegeven moment iemand zoiets erop schrijft dan lig ik daar niet wakker van. Je kunt het ook denken, op een andere manier erop schrijven. Ik til daar niet zo zwaar aan moet ik zeggen. Omdat ik ook weet dat het niet uit slechte bedoelingen gebeurt of zo, maar gewoon vanuit de achtergrond van, dat is even een diskussie. Daar zijn wij geen partij in, dat moeten ze maar uitzoeken. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten konform het voor stel van burgemeester en wethouders.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1991 | | pagina 226