-2-
9. Voorstel tot machtiging van ons college tot het aangaan van kasgeld
leningen voor het jaar 1990.
10. Voorstel tot machtiging van ons college tot het aangaan van vaste
geldleningen voor het jaar 1990.
11. Voorstel tot verkoop van bouwgrond aan de Woningstichting Halsteren
en aan Bouwbedrijf van Sittert te Halsteren.
12. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet ten behoeve van
de omheining speelplaats basisschool St. Jozef
(50e wijziging begroting 1989).
13. Voorstel tot het voorzien in een vacature in de kommissie Muziekon-
derwij s
14. Voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbesluit (gedeelte in
dustriedoeleinden lib - Theodorushaven)
OPENING:
De voorzitter opent de vergadering met het gebruikelijke gebed.
1. VASTSTELLEN VAN DE NOTULEN VAN DE RAADSVERGADERING VAN 26 OKTOBER
1989.
De voorzitter: Daar zou een wijziging aangebracht moeten worden.
Op bladzijde vier bij punt 8, daar zegt het lid van Eekelen: "Wij
hebben als Werknemerspartij niets om het geld beschikbaar te stel
len" en dat moet zijn "Wij hebben er niets op tegen". Misschien dat
dat verder allebei wel waar is verder. Wij hebben er niets op tegen
dat er dat staat. Verder zijn de notulen zo vastgesteld.
2. INGEKOMEN STUKKEN EN MEDEDELINGEN.
De voorzitter: Wie wil nog punten van de ingekomen stukken aan de
orde stellen?
Het lid Roosenboom: Punt 12.
Het lid Frietman-HoppenerPunt 3, 4 en 12.
De voorzitter: Dan worden de punten 3, 4 en 12 aan de agenda toege
voegd.
Voor de overige punten wordt besloten konform de voorstellen van bur
gemeester en wethouders.
3. VOORSTEL TOT HET VASTSTELLEN VAN HET BESTEMMINGSPLAN "OUDE MOLEN
1988".
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten konform het voorstel van
burgemeester en wethouders.
4. VOORSTEL TOT HET VASTSTELLEN VAN DE ALGEMEEN PLAATSELIJKE
VERORDENING.
Het lid Roosenboom: Het boekwerkje doorgelezen hebbende, wordt er
soms weieens op de lachspieren gewerkt. Allemaal hele goede zaken.
Waar ik Uw speciale aandacht voor vraag is dat deze Algemene Plaatse
lijke Politieverordening geen papieren tijger mag zijn.
-3-
Uit eigen ervaring heb ik geleerd dat, en ik weet dat het een zwaar
woord is wat ik nu uitspreek, dat de ene burger de andere soms terro
riseert met allerlei aktiviteiten die, deze verordening gelezen heb
bende, ook in de oude, heel duidelijk verboden zijn. Het is mij ook
bekend dat de instantie die er hier op toe moet zien dat deze veror
dening wordt nageleefd, aan een aantal bepaalde zaken soms een eigen
interpretatie geeft. Ik vind het moet allemaal kunnen en gemoedelijk
gaan, maar als burgers gewoon problemen hebben met bepaalde aktivi
teiten en overlast, en de politieverordening geeft daar bindende
voorschriften voor, dan moeten toch de mensen die deze gemeenschap
dienen en daar op toe moeten zien, zullen daar toch aan de hand van
deze verordening maatregelen moeten nemen. Om bijvoorbeeld een kon-
kreet voorbeeld te noemen. Onder paragraaf vijf wordt, zo zou ik de
hele verordening wel kunnen noemen, maar ik wil dan een voorbeeld ge
ven, dat mensen aktiviteiten op de openbare weg plegen te doen. Met
te repareren en te slopen, niet alleen maar aan hun eigen auto, maar
schijnbaar als een tijdverdrijf in de periode dat zij niets te doen
hebben. En dat is dan de hele dag. Nog erger is als daarbij dan toe
vallig de loopkabel te kort is, dan gebeurt dat bij de mensen voor
het raam en de voordeur. En als dan een weduwe daar een opmerking o-
ver maakt krijgt ze als antwoord, "je moet je bakkes houden, of an
ders vliegt er een baksteen door de ruit". Als dan de politie erbij
gehaald wordt, ik zal het kind maar bij de naam noemen, ja, dan
wordt dat allemaal met een lachertje en een schouderklopje afgedaan.
En dan is dit een papieren tijger. Ik vind dat deze mensen, ik vind
dat heel de gemeenschap, kennis moet nemen van deze verordening. Ie
dereen die op grond van deze verordening zich benadeeld voelt in een
bepaalde zaak, en die verordening geeft daar bindende regels voor,
dan moet men een beroep kunnen doen op die instantie. In het bijzon
der U meneer de voorzitter, als hoofd van de politie, spreek ik daar
op aan, dat U deze verordening met het beste van Uw vermogen pro
beert toe te passen. Vooral bij die mensen die op enigerlei wijze in
hun leefklimaat worden benadeeld. Zo kan ik nog wel tientallen ande
re voorbeelden noemen, maar dat gaat me te ver in deze openbare
raadsvergadering, om daarover in details te treden. Ik hoop en dat
heb ik al een paar keer gezegd, dat deze verordening wordt gebruikt
voor het doel waarom ze wordt vastgesteld en dat het niet alleen
maar een geschreven tekst is, waarvan je zegt, het is leuk en aardig
dat we iets achter de hand hebben. Mochten de mensen een beroep doen
op de politie, dat er dan aan de hand van die verordening iets aan
gedaan wordt. Want er gebeuren toch wel dingen in de gemeente die ei
genlijk het toelaatbare overschrijden. Dus geen papieren tijger.
Het lid SomersEen fors werkstuk hebben we voor ons liggen, er is
lang aan gewerkt. Het is besproken in de kommissie Algemeen Bestuur
lijke Zaken. Een onderdeel waar U zelf ook de nodige aandacht aan
hebt besteed, is artikel 2.4.18, de verontreiniging door honden.
Daar wilde ik even iets verder op ingaan. Ik hoop dat het de laatste
keer is dat we genoemd onderwerp in de raadsvergadering hoeven te be
spreken. Ik denk dat het een goed artikel is zoals het hier staat.
Ik heb daar ook erg hard voor gepleit. Ik denk dat het er toe bij
draagt dat er inderdaad een noodzakelijke mentaliteits- en gedrags
verandering bij de hondenbezitters zal plaatsvinden als na enkele
maanden experimenteren, overgangsperiode noemt U het, het tot een
normale zaak wordt. Bij het resumé op pagina vier had U een aantal
zinnen mijns inziens wel weg kunnen laten.