-14- De voorzitter: Dat is uiteraard niet iets geheims of zo, maar in de eerste aanleg is er gedacht om met name die mensen, want die gaat het in eerste instantie aan, ik denk ook niet dat U verondersteld wordt, tijdens een ramp in het spitsuur te staan. Dat kan natuurlijk wel. Ik neem aan dat het wel een keer via de Publipers naar voren zal worden gebracht. Er wordt ruim bekendheid aan gegeven. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten konform het voorstel van burgemeester en wethouders. De voorzitter: Dan te elfder ure is nog bij U bezorgd, ook weer, waar gehakt wordt vallen spaanders, dat waren er deze keer twee. Maar om onze rechten veilig te stellen om in elk geval geen subsidie mis te lopen, hebben we punt 15 aan de agenda nog toegevoegd. 15. VOORSTEL INZAKE MEERJARENPROGRAMMA RESTAURATIE MONUMENTEN. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten konform het voorstel van burgemeester en wethouders. BEHANDELING INGEKOMEN STUKKEN EN MEDEDELINGEN: Punt 9 Informatiebulletin van het Streekgewest Westelijk Noord-Brabant. Het lid van Eekelen: Ik grijp dit punt aan, omdat in de vorige raadsvergadering de raad ook de zaak aanpakte om met de kommissie- leden van het Streekgewest een hartig woordje te praten. En dat doe ik nu van mijn zijde ook. Ik heb Halsteren binnen het Streekgewest naar eer en geweten vertegenwoordigd. Wij hebben ge probeerd de verdeelsleutel te wijzigen of het in ieder geval te laten onderzoeken. Alleen ik kreeg 18 stemmen mee en 32 stemmen tegen. Dus het was geen haalbare kaart. Nu was er een informatie bulletin van het Streekgewest en daar staan een berg positieve dingen in. En alle krantenknipsels, want toevallig had het ook in de krant gestaan, dat wij dat verzocht hadden, maar dat hebben ze er niet bijgepakt, dus dat vond ik niet zo prettig. Maar dan is in ieder geval de raad geïnformeerd dat de leden van het Streekgewest daar niet zitten gapen. De voorzitter: Dank U wel, deze informatie was me overigens al ter ore gekomen. Heel goed. We houden vast. Punt 26 Schrijven mr. L.J. van Langevelde inzake problemen tussen dhr, en mevr. Bogers en Transportbedrijf Nefs B.V.. Het lid Somers: Eerst even een stukje historie, want het komt zo maar niet uit de lucht vallen dit verhaal. Eind jaren zestig begin jaren zeventig was in ons buitengebied eigenlijk weinig, zeg maar niets, geregeld. Het verschijnsel deed zich voor dat overal in het buitengebied huizen gebouwd werden, villa's werden gepland. En wan neer je dan in die tijd een geit had of drie kippen of twee paarden, dan was je landbouwer en mocht je dus in het landelijk gebied op je dooie gemakje een bungalow bouwen. Het werd tijd dat er iets aan gebeurde. We hebben dat vanaf beginjaren zeventig aangekaart, erop aangedrongen. Ik denk dat er een jaar of zes aan het bestemmingsplan "Landelijk Gebied 1978" is gewerkt. Wij dachten dat het toen een goed bestemmingsplan was. Met stringente regels zoals het hoort in een bestemmingsplan. Op grond van die regels in dat bestemmingsplan heeft indertijd de raad bij verkoop van grond aan genoemde familie Bogers het kettingbeding opgedragen. Het kettingbeding om te voorkomen dat in de toekomst door verkoop eventueel in strijd met dat bestemmingsplan gehandeld zou kunnen gaan worden, zodat er winst uit gehaald zou kunnen wor den. Met andere woorden het was bedoeld om nog eens extra te kunnen benadrukken dat de grond in het buitengebied, de bestemming ervan, aan regels gebonden was. Ik heb nogal wat gesprekken gehad en ik heb nogal wat informatie gehad links en rechts uit stukken, verslagen en pleitnota's en ArobproceduresIk heb niet alles, ik weet wel veel, maar ik weet niet alles, maar ik moet er toch wel uit distilleren dat er ten aanzien van het transportbedrijf in liet verleden verwach tingen zijn verwekt. In sommige stukken wordt zelfs gesproken van acceptatie. Brieven die op persoonlijke titel door wethouder van der Weegen dan weer die acceptatie tegenspreken worden weer tegengespro ken door bevestigingen van wethouder Sinke in de Arobkommissie op 25 april 1988. En daarop volgt weer een ontkenning op 24 mei 1988 door wethouder van der Weègen. Ik ga niet alles nog eens even op een rijtje zetten, want ik denk dat ik dan voorlopig nog wel een uur aan het woord ben en misschien nog wel langer. Maar de konklusie is dat er een hoop ellende volgt. Een eens rustig buurtje is verdeeld, er gernis alom. En zoals dat, ja, ik zit toevallig in het basisonder wijs, op school gaat, wanneer je regels stelt, moet je die hand haven. En dan mag je niets meer dan de ander, want anders krijg je hommeles. Ik denk dat dat gebeurd is. Dat is jammer. Het is een slecht beleid geweest. Ik denk dat die verantwoordelijke wethouder zelf die konklusie ook zal moeten trekken. Het transportbedrijf valt eigenlijk niets te verwijten. Het kollege wekt de verwachtingen, ge doogde de situatie, beloofde bestemmingsplanwijzigingen. De buurt bewoners zijn gefrustreerd en geven hun strijd, die ook rechtvaardig is, niet op. Er wordt hinderwetvergunning verleend. Ondanks negatie ve adviezen van Volksgezondheid en Milieu. De voorwaarden die daarmee opgelegd worden in die hinderwetvergun ning, die kunnen weer niet uitgevoerd worden omdat ze in strijd zijn met het geldende bestemmingsplan. Dus ook daar is weer een bestem mingsplanwijziging voor nodig. Zo kun je natuurlijk eindeloos blij ven diskussiëren en ja, nee, welles, nietes zitten te spelen. Maar er moet gewoon iets gebeuren. We zijn gewoon in deze situatie,-en de aanleiding daartoe is punt 26-, als raad toch min of meer voor het blok gezet. Wanneer komt U met een bestemmingsplanwijziging zou een vraag kunnen zijn. U schermt al, nu ik denk anderhalf jaar met par tiële herziening. Wat is er aan gebeurd. Het transportbedrijf zomaar even wegjagen, dat zou ook niet fair zijn. Dat kan niet, want het funktioneert daar al enkele jaren. De raad heeft dus in 1978 in het bestemmingsplan Landelijk Gebied regels gesteld. En wij vinden dus eigenlijk, en ik persoonlijk toch zeker, dat we ons aan die regels moeten houden. Er zal dus denk ik, als wij als raad niet besluiten, en dat zou ik ook niet graag willen, onmiddellijk het transportbe drijf omdat die daar in strijd zit met de regels, weg te jagen. U hebt het zelf in het verleden ook niet gedaan. Dat zou ook niet fair meer zijn, dat heb ik daarstraks al gezegd. Om dat achteraf na een aantal jaren gedogen, ook nog eens even te gaan doen. Maar ik denk dat we vanavond in ieder geval iets moeten gaan doen.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1989 | | pagina 8