-4-
Maar ik denk dat wanneer de gemeente in de gelegenheid is om op die
kategorieën waar op dat punt een achterstand bestaat, om die in te
lopen volgens de omschrijving die U geeft, dat daar geen bezwaar
tegen bestaat van de kant van het kollege. De heer van Eekelen zegt,
die duidde de positie van de stagiaires aan. En ik ben het helemaal
met hem eens wat betreft de algemene opmerkingen die hij daarbij
maakte. We moeten alleen wel in acht nemen dat je er natuurlijk van
uit moet gaan dat je gewoon een goedlopende zaak hebt, om het zo
maar te zeggen, dat alles op zichzelf ook goed funktioneert en dat
vervolgens die stagiaires dan daar in eerste plaats van kunnen leren
en in de tweede plaats hun werkkracht ook ten nutte kunnen maken die
dan aanvullend kan worden benut. Zo werkt het in het bedrijfsleven,
zo werkt het natuurlijk bij gemeenten ook als het allemaal in orde
is. Wij hebben hier natuurlijk te maken met een situatie waarin
afgelopen jaar, anderhalf jaar, een achterstandssituatie is ge
groeid. Niet alleen op het gebied van Bouw- en Woningtoezicht, maar
ook op het gebied van civieltechniek. Dit laatste zijn we nu aan het
inhalen. Bij Bouw- en Woningtoezicht ligt dat gekompliceerder door
allerlei faktoren. Ik denk dat Uw redenering wrat betreft de stagiai
res pas opgaat op het moment dat wij gewoon de zaken hier op een be
paald niveau voor elkaar hebben. Dat we kunnen zeggen van, zo funk
tioneert het ook zonder stagiaires. Want het is natuurlijk niet dat
de stagiaires in de plaats komen van een strukturele arbeidsplaats.
Dat is ook Uw bedoeling natuurlijk niet. Maar er moet gewoon een
basis zijn waarop je kunt zeggen van, dat funktioneert goed en niet
al te gekke achterstandenEn op zo'n niveau als aan die voorwaarde
voldaan is denk ik dat er voor de stagiaire zeker ook hier plaats
is. Ik denk datU vraagt, naar de inspanning, naar de vijf procent
of meerhet antwoord daarvan besloten ligt in mijn opmerking
aan mevrouw Frietman. De heer Mouws vraagthoe moeten we dat finan
cieel inpassen. En op welke termijn denkt B&W met voorstellen te
komenWij denken dat op korte termijn te doen, zoals het nu
voorligt zal B&W daar volgende week of anders de week daarop in elk
geval over spreken en besluiten nemen.
En wij zullen in dat licht, afhankelijk van wat voor besluit erna
genomen wordt, moeten kijken waar we de financiële middelen daarvoor
kunnen vinden. Hoe we dat in kunnen vullen. Ik moet U zeggen dat we
daar nu nog geen panklare oplossing voor hebben. Maar ik denk zelf
dat de aard van de problemen het toch nodig maakt om daar in elk ge
val nog grotere prioriteit aan te geven. En U zegt, kan dat wel bin
nen deze begroting, want er staan maar, U noemde een bedrag op een
bepaalde post, dat op dat punt niet zou voldoen. Dat is op zichzelf
natuurlijk wel juist, maar aan de andere kant is het natuurlijk ook
in de loop van het jaar, wat het personeel betreft, doen zich wei
eens mutaties voor. Vakatures worden niet meteen gevuld en derge
lijke. Dus wat dat betreft kan er iets meer ruimte zijn dan er nu
strikt genomen geformuleerd staat. Op zichzelf zullen we dat pro
bleem ook op moeten lossen, willen we een strukturele oplossing voor
het totale probleem kunnen geven. En die zullen we ook gewoon aan U
voorleggen als we er zelf uit zijn.
De vraag van de heer van de Watering is mij eerlijk gezegd niet hele
maal duidelijk. Er staat volgens mij in het antwoord van het kollege
dat het percentage van het personeel dat beantwoordt aan de kriteria
van de Wet Arbeidsvoorziening Gehandicapte Werknemersbedraagt op
dit moment vier procent.