-12- Als ik op een gegeven moment in dit zeer lijvige en soms moeilijk leesbare rapport zie, dat de leeftijdsgroep tussen de twintig en vijftig jaar, dat dat eigenlijk de grootste groep is met de grootste problemen. Dat kan merkwaardig zijn omdat dat uiteindelijk naar mijn mening een produktieve groep is. Wat ik dan verder nog op wou merken. In bijlage II staat een staatje van in hoeverre in de gemeente Halsteren aandacht is besteed aan een verscheidenheid van problemen en dan komt men tot een getal van 152. En voor de rest ziet men daar heel weinig van en dan bedoel ik wat verder terug in het rapport, in het overzicht, dat er dus aan hulpverleningsgevallen een groot aantal hulpverlenersuren is besteed op jaarbasis. Waar het bij mij om gaat, ik had zo graag gezien dat men met betrekking tot die 152 gevallen over 1988, dat er ook bij vermeld geworden was hoeveel uren eraan besteed zijn aan die gevallen. Er worden een aantal problemen vernoemd. Er wordt een getal vernoemd over 1988. Dat zijn er dus 152, maar er wordt nergens meer over het aantal uren gesproken. En dan wordt het uiteindelijk toch wel een beetje moei lijk als men op een gegeven moment ergens leest, dat bijvoorbeeld aan korte kontakten een half uur per hulpvraag is besteed. Hoeveel uren zijn er,-ik geloof niet dat dat precies te zeggen is-, besteed aan die 152 Halsterse gevallen. Want als we op een gegeven moment in de begroting kijken en U ziet daar dan een bedrag van f 167.115, en we gaan dat simpelweg door 152 delen dan komt men tot een slor dige f 1.100,per geval. Ik weet wel dat is heel simpel gerede neerd, maar ik kan het niet anders lezen. Dat was eigenlijk een opmerking mijnerzijds. Daar had ik graag iets meer van geweten. Het aantal uren, om een idee te krijgen, wat het Maatschappelijk Werk per geval kost. Dan had ik toch nog even een opmerking met betrek king tot die zogenaamde relatiekontakten. Er worden dus in dit pro gramma, dit verhaal, een zestal samenwerkingsrelaties genoemd. RIAG, huisarts, sociale dienst, enz. Onder zes staat dus overige relaties. Ik had toch graag gezien wat men dus onder meer onder overige relaties zou willen verstaan. Als ik dus in deze gemeente rondkijk dan hebben we natuurlijk velerlei instanties die zich op het maatschappelijke terrein bewegen. En die had ik toch wel graag vernoemd Ik vraag me af, zijn die uiteindelijk bij het samenstellen van deze nota's daarin betrokken. Is naar hun ondervinding, hun visie ge vraagd. Als ik nu denk aan de overige niet-genoemde samenwerkings relaties, dan denk ik onder andere aan een kruisvereniging, die naar mijn gevoel op het maatschappelijk terrein een geweldig stuk aktiviteit verricht. Ik denk ook onder andere aan de advies-buros van de vakcentrales. Ik denk ook gewoon aan die vakbondsbestuurders die ter plaatse werkzaam zijn en die dus,- de vakbondsbestuurders die hier eventueel binnen zijn, die zullen met mij bevestigen en het met mee eens zijn-, op het gebied van Maatschappelijk Werk heel wat zaakjes verwerken die helemaal niet meer bij het Maatschappelijk Werk terecht komen. Ik wil dus al met al zeggen, de nota's zijn uit voerig,-voor mij vind ik moeilijk leesbaar-, maar ze geven uiteinde lijk niet op alle vragen een antwoord. Ik had het liever, ondanks het feit dat ze al uitgebreid zijn, nog liever uitgebreider gezien om nog een betere indruk te krijgen van de werkingssfeer van het Maatschappelijk Werk. Doodeenvoudig en ook alleen omdat het Maat schappelijk Werk naar mijn mening een van de meest bekritiseerde instellingen in onze gemeenschap is. Wethouder van der Weegen: Meneer Somers, nog even terugkomend op de publieke verantwoordelijkheid. Ik heb daarstraks al overduidelijk aangegeven dat ik van mening ben dat als het plan en de begroting jaarlijks in de kommissie behandeld wordt en het jaarverslag van dezelfde stichting elk jaar in de kommissie komt. Als het plan en de begroting nogmaals binnen het welzijnsplan in de raad eventueel aan de orde gesteld kan worden dan vind ik dat die publieke verantwoor delijkheid meer dan voldoende gewaarborgd is. Dat heb ik daarnet in eerste instantie pogen te vertellen, maar ik hoop dat in elk geval wat ik daar mee bedoel, duidelijk naar voren komt en dat ik vind dat dat voldoende is. Dat het niet zo kan zijn Het lid SomersDe accenten liggen wat anders. Wethouder van der Weegen: Daarvan vind ik dan dat de publieke ver antwoordelijkheid meer dan voldoende gewaarborgd is. U zegt meer pro- jektmatig bezig zijn. Ik heb U aangegeven dat dat wel gebeurt binnen de instelling. Ik begrijp dat er bij U in elk geval duidelijk wel de bedoeling is om dat meer te laten blijken. Dan denk ik dat misschien goed is om toch nog eens te kijken naar de jaarverslaggeving van de Stichting Maatschappelijk Werk, ik denk dat daar wel wat aandacht aan die za ken gegeven wordt. Als daar geen aandacht in die jaarverslaggeving aan besteed is dan zal ik in elk geval bevorderen dat dat voortaan gebeurt. Nogmaals, wel meer projektmatig bezig zijn is natuurlijk af hankelijk van de hoofdtaak van Maatschappelijk Werk. En dat is de dienstverlening naar die individuele burger toe. Ik denk dat die in elk geval als hoofdtaak overeind moet blijven. Er ligt een wissel werking natuurlijk om ook in dat kader gewoon met projekten bezig te zijn omdat er tendensen te halen zijn uit de individuele dienstver lening. U hebt ook nog gevraagd, is de mening gevraagd aan degenen die kliënten hebben doorgesluisd. Dat is op dit moment, althans zoals mij bekend niet specifiek gevraagd. Het is wel zo dat wij in kontakten met politie en plaatselijke huisartsen ook wel de mening horen over Maatschappelijk Werk. Maar niet specifiek gevraagd in dit kader. Ik denk zeker dat dat ook in het vervolg van het onderzoek, wat in de eerste helft van 1990 plaats zal vinden, ook zijn aandacht zal moeten krijgen, want je zult tot een bepaalde kwantificering en ook in de kwaliteitszin moeten zien te komen. Dat is nogmaals geen simpele zaak. Ik ben me bewust dat we die ambtelijke kommissie met heel wat problemen opzadelen, maar we willen in elk geval daar een poging toe wagen. We willen kijken of dat lukt. Ten aanzien van de bereikbaarheid. Ik denk toch dat ik nogmaals moet zeggen dat we in eerste instantie een koncept-nota hadden. Dat was nogmaals de koncept-nota geschreven door de ambtelijke werkgroep. Uiteraard gesanctioneerd door de portefeuillehouders van de zes betrokken gemeenten. Daar is op gereageerd. Maar in principe moet U zich zien te vinden denk ik, na die diskussie in het definitief advies. Daar heb ik daarnet ook even op gewezen, over die bereikbaarheid. De ge meenten als zodanig hebben een stuk teruggenomen van datgene wat in de koncept-nota stond. Na het overleg of als gevolg van het overleg met de Stichting Maat schappelijk Werk is uiteindelijk, ten aanzien van de bereikbaarheid het stuk overgebleven wat U in de definitieve notitie vindt. Je moet ook weieens om zaken wat helder te krijgen in zo'n diskussie, mis schien wat meer naar de ene kant gaan staan. Dan komt de diskussie denk ik voldoende los.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1989 | | pagina 41