-20-
De voorzitter: We hebben in een van de vorige vergaderingen van de
raad afgesproken, toen ook naar aanleiding van een diskussie, dat we
in elk geval de agenda bij de ingekomen stukken...
Het lid van Eekelen: Toen vond U het nodig vanuit het belang van
het kollege. Dat vind ik nu zo verkeerd. Toen vond U te elfder uren
dat wij de verdeelsleutel in moesten brengen. Dat hebben we ook ge
daan als gewestraadsleden. En nu interesseert het U schijnbaar niet.
De voorzitter: Dat weet U niet. Dat moet U niet te snel zeggen,
want ik weet niet of U het verslag van de advieskommissie van Ad
vies- en Bijstand gelezen hebt, daar zijn van de kant van Halsteren
ook wel degelijk opmerkingen gemaakt over de onderwerpen die op de
agenda staan. En het kollege zelf heeft er ook over gesproken. Al
leen konstateer ik met U, ik natuurlijk ook een beetje als nieuw
komer, dat het moeilijk is om het te organiseren dat je toch enige
sturing aan de hele ontwikkeling bij het gewest kunt geven, omdat de
vertegenwoordiging heel ingewikkeld in elkaar zit vanuit de verschil
lende gemeenteraden. Dus ook niet politiek georganiseerd, maar
steeds van gemeente tot gemeente verschillend. En verder heeft het
gewest uiteraard net zo als ieder orgaan zijn eigen bestuurlijke
ritme, met als gevolg, als ik het zo uit mijn hoofd zeg, dat vorige
week woensdag of donderdag, de stukken binnenkomen die ik dan de
maandag daarop moet bespreken en die dan voor de gewestvergadering
van aanstaande maandag zijn. Dat is allemaal op wat korte termijn
om daar bijvoorbeeld kommissievergaderingen over te organiseren hier
intern nog een keer. Tenminste ik zou niet goed weten hoe we dat
allemaal zouden moeten regelen. En vandaar dat toen, en helemaal
niet vanwege het feit dat dat het kollege goed uitkwam, wij hebben
toen volgens mij gewoon afgesproken dat het steeds bij de ingekomen
stukken zou zitten, zodat de raadsleden in de gelegenheid zouden
zijn om, opmerkingen te maken, waar de vertegenwoordigende raadsleden
hun voordeel mee zouden kunnen doen. En ik denk dat dat op zichzelf
een goede procedure is. En dat daarnaast de raadsleden die in het
gewest zitten inderdaad op hun eigen kompas moeten varen. Het gaat
om het kommissiewerk.
Het lid van Eekelen: Ik vind dat U probeert daar toch een bepaalde
wending aan te geven, waar ik het toch niet mee eens ben. En wel om
de volgende reden. Ik heb niet gevraagd om een kommissievergadering.
Ik heb alleen gevraagd dat de stukken zoals die op de agenda van de
gewestraad staan, dat die ter inzage liggen. Als die ter inzage lig
gen bij de ingekomen stukken dan kan ieder raadslid daar naar be
hoefte op reageren of niet. Maar men kan er in ieder geval kennis
van nemen. Dan gaat het mij niet aan dat U zich daar toch een beetje
gemakkelijk van af maakt en zegt, ja wij hebben ook vooroverleg en
daar hebben wij ook in meegepraat. Dat was nu juist die vorige verga
dering, toen was er ook vooroverleg en werd er ook meegepraat en
toen had U Uw zin niet gekregen binnen de burgemeestersvergadering
Toen vond U het zo nodig dat het via de heer Princen hier in de raad
gebracht moest worden. Ja, we kunnen er allemaal omheen draaien,
maar ik zeg maar gewoon precies zoals het er op staat. Dat wij, de
gewestraadsleden nog even de oren gewassen moesten worden. Die oren
zijn gewassen en wij hebben daar in het Streekgewest echt ons best
gedaan. We hebben het niet kunnen halen, dat is allemaal best. Maar
ik ben niet van plan om me door B&W voor het karretje te laten span
nen. Ik vind dat er zaken aan de orde zijn.
-21-
En in dit geval vind ik dat het milieu een van de belangrijkste za-
j^gn is en dan verzuimt U gewoon dat de raadsleden er kennis van
kunnen nemen. U kunt er een heel lang verhaal over ophangen, dat
moet U zelf weten. Maar een ding staat voor mij vast, de raadsleden
hebben er geen kennis van kunnen nemen. Ze hadden nu aan de streek—
gewestraadsleden kunnen vragen, van hoe is de interpretatie? Hoe doe
je het maandag? U hoeft daar niet bang van te zijn, wij hebben best
onze eigen kennis, vertrouwen en zelfvertrouwen. Daar ontbreekt het
helemaal niet aan, soms wel eens een beetje te veel. Helemaal geen
punt, maar wij hadden graag gehad dat er toch een beetje inbreng van
de raad geweest was.
Het lid Graafmans: Ik zit dan toevallig ook als een van de Halster-
se raadsleden in de gewestraad. En ik kan me de problemen van de
heer van Eekelen best voorstellen. Alleen wat hij zelf ook al aan
gaf, je hebt natuurlijk te maken met die tijdstermijnen.
En het zou bijvoorbeeld een goede zaak zijn als in de advieskommis
sie waar dan de voorzitters van de diverse raden in vertegenwoordigd
zijn, als eens geprobeerd werd die stukken eens wat eerder bij de
gewestraadsleden te doen afleveren. Want nu kun je als gewestraads
lid wel graag gesteund willen worden door de voltallige raad, als
het om bepaalde stukken gaat. Maar je krijgt die stukken als gewest
raadsleden vrij laat. Tien dagen. Als je die op de agenda plaatst
voor de raadsvergadering, ja, daar heb je eigenlijk weinig aan. Want
als de raad enig advies mee wil geven aan zijn gewestraadsleden dan
heb je hooguit een paar dagen, want aanstaande maandag is die ge
westraadsvergadering, daar komt nog een raadsvergadering...
Het lid van Eekelen: En aanstaande zaterdag hebben we bestuurlijk
overleg met onze kollega. Dus dat had vandaag heel prachtig gekund.
Het lid Graafmans: Maar om de rest van de raad mee te laten praten
over diverse onderwerpen is de termijn heel erg kort. Ik denk dat je
toch wat U zegt, een aparte kommissie om zulk soort dingen te bepra
ten, dat zal heel erg moeilijk zijn. Maar je moet wel rekening hou
den dat je hooguit maar een paar dagen de tijd hebt om geruggesteund
door de voltallige raad naar een gewestraadsvergadering te gaan. Het
zit hem echt in die tijdsproblemen. Je ziet het zelf als gewestraads
lid ook, vandaag komen pas de verslagen binnen van de diverse kom
missievergaderingen. Als je dan aanstaande zaterdag met een aantal
gemeenten bij elkaar komt, wie gaat nu nog op korte termijn even
overleggen met de andere twaalf leden van de raad, van welke stand
punten ga je bepalen om gesteund te zijn door de voltallige raad. Ik
vind de termijn allemaal een beetje aan de korte kant. Maar ik be
grijp best wel de problemen van de heer van Eekelen, dat hij zegt,
je gaat er maar naar toe en je hoopt dat je het als gewestraadslid
maar goed doet. En achteraf, mocht het niet zo zijn dat het gesteund
wordt door de rest van de raad, dan hoor ik het wel. En dat is na
tuurlijk niet de goede gang van zaken.
Het lid Roosenboom: Ik probeer alleen maar iets te bedenken waar
door deze kommunicatiestoring tot het verleden gaat behoren, want U
krijgt nu wel de Zwarte Piet, maar ik denk dat ook de gewestraads—
leden best de hand in eigen boezem kunnen steken. Ze weten ook wan
neer het raadsvergadering is.