-16-
Naar de Lepelaar toe. U hebt de toezegging van het kollege dat wij
ons uiterste best zullen doen om te kijken welke andere aanwending
aan het gebouw van de Lepelaar gegeven kan worden. Het kollege heeft
al een aantal zaken afgetast met negatief resultaat, en waarbij de
raad in elk geval al tot de konklusie gekomen is dat je dat niet als
gemeentelijke akkommodaties zou moeten behouden. Wij hebben U toege
zegd ons uiterste best te doen om na te gaan of de hoofdbouw van de
Lepelaar kan blijven, bijvoorbeeld partikulier en daar zijn we, zon
der nogmaals daar al konkrete opdrachten aan gegeven te hebben, wel
degelijk mee bezig. Daarnaast is het zo dat wij sinds afgelopen vrij
dag ook nog gewezen zijn op de mogelijkheid om het toch nog eens te
gaan bekijken of daar toch ook niet een dependance van het bejaarden
huis in gevestigd zou kunnen worden. We hebben dat destijds wel ge
daan bij de HadrianusschoolMet name de ambtenaar van stads- en
dorpsvernieuwing heeft ons die hint weer meegegeven, maar nogmaals
dat is niet zomaar tegen een paar doven gezegd. We zullen dat echt
serieus onderzoeken. En je hebt dan uiteraard ook weer medewerking
nodig van andere instituten in deze gemeenschap. En uiteraard een
bijdrage die dan weer uit de portemonnee moet komen van andere gede
puteerden in datzelfde provinciehuis. Maar wij gaan dat serieus
bekijken, die toezegging hebt U ook en we hebben daar, gezien de pro
cedure die ik net geschetst heb als antwoord op de heer Uytdewilli-
gen, ook nog tijd genoeg voor om dat serieus te onderzoeken. Die toe
zegging die hebt U gewoon van ons.
De heer Somers heeft gezegd, het totaal wanneer is dat te geven. Ik
heb U net gezegd, wij zijn druk doende met het totaal op orde te
stellen. Daar is een belangrijk facet in van, wat is er aan bijdrage
vanuit de knelpuntenpost stads- en dorpsvernieuwing. Wij hebben daar
een bepaald bedrag voor ingezet. Dat is f 200.000, Dat is een
vrij behoorlijke bijdrage die we daar in vragen. Ik hoop dat dat mee
valt. Dan denk ik dat we met elkaar de zaak kunnen realiseren. Wij
zullen met de nodige zorgvuldigheid zeker omgaan met het gebouw. We
hebben wel degelijk oor en oog voor de bewoners in Lepelstraat. Je
moet ook kijken wat de mogelijkheden zijn. We hebben toegezegd er
ons uiterste best voor te doen.
Dan mag U dat van ons ook verwachten als we dat toezeggen. Daarnaast
het overleg met de Stichting Gemeenschapshuis en gebruikers. U weet
dat wij met gebruikers overlegd hebben, met name op basis van een
plaatje wat daar ligt. Als U de huidige tekening bekeken hebt dan is
er in elk geval aan de omvang van ruimte en dergelijke zeker niet
geknibbeld, is er zelfs nog wat geoptimaliseerd wat verruimd. Het is
zo dat wel de ligging van de ruimtes wat gewijzigd zijn. We zijn ook
pas met een definitieve tekening bezig. Maar de gebruikers hebben
wij toegezegd ze opnieuw te informeren. Dat zullen we ook doen.
Het lid UytdewilligenAls ik het goed begrijp dan is dit krediet
het laatste voordat er een definitief krediet gevraagd zal worden.
Dus het is niet zo dat er nog een derde en een vierde stapje komt
voordat het definitief is? Op de tweede plaats wil ik toch opmerken
dat als dat krediet komt, tenminste als de definitieve plannen er
liggen, dan wil ik toch wel zeggen dat die personeelsbelangen voor
ons een belangrijk punt blijft in het beoordelen van het geheel.
-17-
Het lid van Eekelen: De wethouder heeft uiteraard onze Werknemers
partij niet overtuigd, maar die bedoeling had hij ook geenszins. Dat
begrijp ik ook wel. Om een ding ben ik wel blij dat hij toch een
gedeelte van de visie van de Werknemerspartij onderschrijft. Dat het
hoofdgebouw zou kunnen blijven bestaan en dat hij werkelijk ook voor
de gemeenschap Lepelstraat een stuk, gevoelsmatig, een zeer nuttige
funktie, maar ook in het totale beeld eigenlijk, de gevoelens van de
Lepelstraters echt aanspreekt. Daar zijn wij blij om. Ik denk ook
dat wij, als het eenmaal zover zal komen, dat wij ons daar als Werk
nemerspartij daar ook sterk voor gemaakt zouden hebben. U weet in
andere besprekingen, wethouder, dat ik steeds erop gewezen heb, pro
beer dat in ieder geval voor Lepelstraat te behouden. Daar zijn wij
hardstikke blij mee. We zijn er natuurlijk niet blij mee, dat van
het gemeenschapshuis, maar dat is een oud verhaal. Van de andere
kant zegt U, wij zullen er alles aan doen om met de personele belan
gen rekening te houden. Ik ben er ook best van overtuigd dat U die
mening bent toegedaan. Alleen als U op die hearing van veertien
dagen geleden geweest zou zijn, en dat kan de heer Somers beamen,
dan komt steeds de vraag van de gebruikers-van de beheerders
uiteraard niet op zo7n hearing, of onmiddellijk na zo'n hearing-,
wat gaat er gebeuren.
Wat gebeurt er met mij? En dat is ook vrij logisch denk ik van je
personeel. Wij hebben ook personeel in WSW-verband. Hoe schuift dat
naar links, hoe schuift dat naar rechts? Die mensen voelen zich niet
erg prettig. Daarom zou het denk ik, op zeer korte termijn vanuit
het kollege verstandig zijn om bepaalde knopen proberen door te hak
ken. En moet je ze dan na een jaar of twee jaar herzien, dan zeg ik,
dat is geen schande als het eerste besluit niet goed is. Maar het
tweede iets beter. Dan weten we in ieder geval waar het personeel
zich aan kan houden, maar dan weet ook de raad waar die zich aan kan
houden. Wat dus eigenlijk de bedoeling is. En ik hoop dat dat op
zeer korte termijn is. Al was het alleen maar voor die mensen. Niet
zo zeer voor die verenigingen, want die draaien toch wel. Maar de
mensen die daar werkzaam zijn en die eventueel naar links of naar
rechts doorgeschoven moeten worden. Die zitten daar dagelijks mee.
Het is een stukje boterham.
Wethouder van der Weegen: De heer Uytdewilligen, inderdaad wij
komen niet met een volgend krediet, dat is zeker niet onze bedoe
ling. Wij hebben eigenlijk tegen elkaar gezegd, waarom hebben we de
vorige keer niet voldoende gevraagd. Dan hadden we ook niet opnieuw
bij de raad moeten komen. Dat is een tussenstap, we hadden evengoed
die tekening daarna ter inzage kunnen leggen. Maar we hadden toen
voldoende krediet kunnen vragen om dat trajekt helemaal af te kunnen
wandelen. Dat is nogmaals een beetje de hand in eigen boezem steken.
U krijgt in elk geval van ons de volgende keer het finale gebeuren.
Daar mag U van uitgaan. Ik heb U net al wel aangegeven dat het nog
afhankelijk is van een aantal zaken. U onderstreept dat nogmaals
naar het personeelsbelang toe. Ik hoop dat wij daarnet ook aangege
ven hebben dat wij er heel zorgvuldig mee om zullen gaan. Ik zal er
zo direkt aan de heer van Eekelen en daar dan overgaand ook nog een
keer op terugkomen. Wij hebben destijds ook met de betrokken perso
neelsleden in beide opties gesproken. Er is nu gekozen voor een
optie. Ik heb aangegeven dat die optie toch nog een langere door
looptijd nodig heeft en waarin ook nog een aantal onzekerheden
zitten.