-34- Het lid Frietman-HoppenerDe Partij van de Arbeid is het grotendeels eens met de grieven genoemd in deze brief. Er gebeurt bitter weinig op dit gebied in onze gemeenteAndere gemeenten, zoals de heer Roosenboom ook heeft aangehaald, gingen ons wel voor. Evenals het kollegevoorstel luidt achten wij borden plaatsen echter weinig zinvol. Poepstroken, zoals men dat dan noemtwekken verwarring. Denk eens aan de speelplaatsen. Sociale kontrole en politietoezicht zijn beperkt mogelijk en sorteren daarom te weinig effekt. Nu resteert de vraag, hoe spelen we in op de mentaliteit van de honden- en kattenbezitters. De gemeente zou eerst het initiatief moeten nemen om zorgvuldig op die mentaliteit in te spelen. Als dat onvoldoende blijktdan kan men alsnog strengere maatregelen nemen, bijvoorbeeld in het kader van de A.P.V.Als iedere hondenbezitter bijvoorbeeld met een zak en schep bij zich, wekt het in beginsel wellicht de lachspieren opmaar op den duur en als velen dit voorbeeld zouden volgen, dan is men er blij mee en de gemeente toont een heel stuk schoner. Om dit te kunnen bereiken zou de gemeente veel aandacht moeten besteden aan voorlichting en het ter beschikking stellen van de ruimmiddelen. Zeker wanneer de gemeente f 65.000,aan hondenbelasting intLoslopende honden zijn overigens met name bij de Melanen voor trimmers en jonge kinderen een voortdurende bedreiging, omdat men niet kan bepalen of een hond goede of kwade bedoelingen heeftZou de politie hierop misschien wel kunnen toezien. Het lid Princen; Wij zijn het eens met Uw toelichting, alleen wil ik U vragen, U bent het hoofd van de politie. Ik vind dat er niet streng genoeg wordt opgetreden. Ik vind dat er door de politie te weinig aandacht aan besteed wordt. De voorzitter: Eerst even een algemene opmerking over de hondenbelasting. De opbrengst daarvan is een algemene belasting. Het is niet zo dat de hondenbezitters er enig recht op kunnen doen gelden dat de belasting voor hun als groep besteed wordt. Wat dat betreft is die belasting opgenomen in de algemene middelen en kun je niet zo maar zeggen daar gaan we nu bordjes voor plaatsen. Het geld is als het goed is in de begroting al uitgegeven. Wat dat betreft, als er fors bordjes geplaatst zouden moeten worden dan moet er een apart krediet voor vastgesteld worden en dan moet dat toch ergens anders bezuinigd worden. Dat in de algemene zin. Ten aanzien van het plaatsen van bordjes hebben wij inderdaad overwogen, of een inschatting gemaakt dat het geen soelaas biedt dat dat inderdaad in de sfeer van de sociale kontrole waar de heer Roosenboom op hoopt en waar ik op zichzelf best gevoelig voor ben. Ik zou het ook het beste vinden als mensen zeggen hé, wat doe je daar, maar dat mechanisme werkt op een of andere manier maar zeer beperkt. Ook nu heeft iedereen de mogelijkheid, bordjes of geen bordjes, om iemand te wijzen op iets wat niet mag of niet kan of minder wenselijk is, maar we zien gewoon dat dat niet gebeurt. Op dat punt denk ik dat het heel erg moeilijk is om dit euvel te bestrijden. Wij zijn er van uitgegaan dat het in hoofdzaak een mentaliteitskwestie is van de eigenaar, daar zijn we het denk ik met zijn allen over eens. Het gaat er denk ik om om die eigenaars zo goed mogelijk te bereiken. Wij hebben gedacht dat dat via de publiciteit goed mogelijk zou zijn en beter dan met het plaatsen van bordjes. In deze kwestie, als ik het zo mag noemen, dat mag denk ik toch wel door alle tijd en energie die er landelijk aan besteed wordt, wat is daarin wijsheid?. In dat verband wou ik verwijzen naar de diskussie die wij hebben gehad in de commissie algemeen bestuurlijke zaken over de A.P.V.Misschien dat in dat kader daar, die zal toch in een van de eerstvolgende raden aan de

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1989 | | pagina 77