Wethouder van der Weegen: Meneer van Eekelen ik denk dat er best in
bepaalde situaties wat voor te zeggen is dat je inderdaad kunt zeggen
daardoor wordt een perceel wat meer waard. U weet veel beter dan ik
dat dat natuurlijk heel afhankelijk is van waar het ligt en hoe het
ligt. Ligt het aan de voortuin, aan de achtertuin, wordt het daardoor
een lang en smal perceel of wordt het een kort en breed perceel.
Daarom is destijdsmet name voor die stukjes groen die wij verkopen
die buiten de exploitatie-opzet lopen en dus openbaar groen en anders
tukjes grond, om de halve grondprijs te hanteren. Ik wil dat graag een
keer best opnieuw in de kommissie Grond- en Pachtzaken ter diskussie
stellen. Als U zegt bekijk dat toch eens een keer opnieuw. Dan had je
misschien geen koper voor het stukje grond gehad waar het huis nu op
staat
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten konform het voorstel van
burgemeester en wethouders
VOORSTEL TOT HET VERLENEN VAN MEDEWERKING AAN DE WONINGSTICHTING
HALSTEREN TER UITVOERING VAN GROOT ONDERHOUD AAN 12 HUURWONINGEN.
Het lid Uytdewilligen: Ik heb gekonstateerd dat naar aanleiding van
een brief van de provincie, die door de gemeente moest worden
beantwoord binnen 14 dagen na dagtekening van het schrijven, meer als
een week te laat is beantwoord. Nu stond er in het schrijven van de
provincie dat de mogelijkheid bestond dat als te laat werd geantwoord
dat daar dan niet-ontvankelijk verklaring op kon volgen. Mijn vraag
is, heeft U daar nog iets van gehoord en als eventueel zo'n
niet-ontvankelijk verklaring plaatsvindt, wat is dan het alternatief.
De voorzitter: Ik moet U zeggen dat ik op dit moment niet helemaal
kan plaatsen waar U op doelt, waar we hier over praten dat is de
uitvoering van groot onderhoud aan twaalf huurwoningen, dat is gewoon
een 0 kontingent. Daar is wel over gekorrespondeert tussen de H.I.D.
en de gemeente, maar zover mij bekend is, had dat niet met termijnen
of zo te maken. De Woningstichting heeft ook gereageerd op dat 0
kontingent en heeft dacht ik uit mijn hoofd nog even bedenktijd-
gevraagd om zich te bezinnen of ze het op een 0 kontingent zouden
doen. Dat hebben ze ook geschreven. Wij hebben dat toen ondersteund en
dat heeft verder tot geen enkele reaktie geleid dan dat de
Woningstichting uiteindelijk gezegd heeft wij willen het toch maken,
het is voor ons het beste om het plan uit te voeren zoals wij het
hadden liggen. Kunt U misschien iets specifieker aangeven op wat voor
korrespondentie U doelt?
Het lid Uytdewilligen; Dat is een brief geweest van 6 maart 1989 en
die is beantwoord op 29 maart 1989. Daar staat in de een na laatste
alinea dat daar binnen 14 dagen op geantwoord moet worden, anders
bestaat de mogelijkheid dat hij niet-ontvankelijk verklaard wordt. Zo
ja, als hij niet-ontvankelijk verklaard wordt, wat is dan het
alternatief.
De voorzitter: De brief waar U op doelt is een brief van de direktie
Volkshuisvesting waarin ze in het vooruitzicht stellen de
ongesubsidieerde verbeteringen van 12 naoorlogse woningwetwoningen
1948 - 1968. Zij willen dan binnen twee weken na dagtekening van deze
brief weten of U van de toegewezen kontingenten gebruik wenst te
maken. Dat begint al een beetje op Kaflca te lijken: als je niets
krijgt dan moet je te kennen geven dat je er gebruik van maakt. Dat is
op zichzelf begrijpelijk, men moet daar ook de administratie bij
houden. Dat was de vraag, de gemeente heeft daar toen inderdaad, op 29
maart is dat verzonden, wat kritische noten laten horen aan de H.I.D.