J f met betrekking tot de Financiën van de gemeente voor de komende jaren en een bijstelling van de meerjarenraming tussentijds. Ik denk dat het dan wellicht wel duidelijk is dat het een goede zaak is om dit te bezien op de wijze zo het nu bezien is. Met name het meer kostendekkend maken van leges. Dat is ook de basis geweest. Het resultaat is geweest, de heer Roosenboom merkt dat terecht op, dat er aanzienlijk meer op jaarbasis uitkomt dan het bedrag dat wij in september, oktober naar Uw raad toeschreven. Het is wel zo dat het voor 1989 een aanzienlijk lager bedrag zal zijn omdat voor 1989 alleen de periode nog geld dat deze verordening goedgekeurd is door de raad en ook nog goedgekeurd is door de Kroon, die procedure komt hier nog achter aan. Het zal beslist nog enkele maanden in beslag nemen wanneer die goedkeuring er is. Ik denk dat U voor 1989 uit mag gaan dat we maximaal de helft van die f 32.000,binnen zullen krijgen. In het plaatje van 1989 denk ik dat de verhoging wel meer is dan f 7.000, maar in elk geval aanzienlijk minder dan de f 32.000,— op jaarbasis. Op jaarbasis heeft U terecht gekonstateerd dat het aanzienlijk meer is dan wij verwachten. U en ook sommige andere hebben gezegd geen vergelijk trekken met sommige andere gemeentenHet is in elk geval zo dat wij niet zonder meer een vergelijk trekken of hebben getrokken met andere gemeenten maar we hebben aangegeven naar de kommissie toe de leges van een drietal andere gemeenten ter vergelijking. Die gemeenten hanteren in principe hetzelfde uitgangspunt, een uitgangspunt van kostendekkendheid of een benadering daarvan. Het is dan natuurlijk niet zo vreemd dat die tarieven dan toch x<rat dichter bij elkaar komen te liggen dan zul je ongeveer toch op dezelfde resultaten uitkomen. Het zal niet zo zijn dat een ambtenaar in gemeente x een bepaalde procedure zoveel sneller af kan werken dan een ambtenaar in gemeente y. Het is niet vreemd dat die tarieven dan toch wat naar elkaar toekruipen. Hij heeft één aspekt er met name uitgehaald, dat zijn bedragen die de middenstand zouden raken. Hij heeft er een facet uitgepakt overigens, er zijn aanzienlijk meer tarieven, de ventvergunningen, de standplaatsvergunningen die aanzienlijk verhoogd zijn en die dezelfde groep in principe betreffen. Ook daar is een bepaalde relatie gelegd met andere zaken in het Halsterse ten aanzien van het bedrag dat in de legesverordening gekomen is om voor of naast het bedrijfspand goederen uit te stallen. Daar is een tarief van f 60,van gezegd. Dat is niet zo zeer omdat wij de middenstand in die zin willen belasten, maar omdat er een bepaalde vergunning nodig is om die zaak uit te mogen stallen en omdat aan die vergunningverlening kosten verbonden zijn. Dat is de achterliggende gedachte waarom dat tarief is ingesteld. Wij streven in principe naar de kostendekkendheid van bepaalde zaken, met name vergunningverleningen. Dit was op dit moment niet geregeld in de legesverordening, wel in de Algemene Plaatselijke Verordening, dat daar een vergunning voor nodig is. Die kosten die daar verband mee houden die zijn gefixeerd op dat bedrag. Daarnaast nogmaals, dat wordt dan een wat ingewikkeldere diskussie is het de vraag of dan deze f 60,de problematiek voor de middenstand in Halsteren op gaan leveren. Ik denk dat het wat overtrokken is, dat hierdoor de konkurentiepositie ten opzichte van andere gemeenten in het gedrang zou komen. Meneer Princen die heeft met name gezegd de paspoorten. Dat is ook voor de heer Van Eekelen en de heer Graafmans. In elk geval goede publiciteit geven aan een aantal zaken dat deze wijziging plaatsgevonden heeft, dat is een. Het tweede aspekt de paspoorten

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1989 | | pagina 47