af en die 13 december is helemaal geen onfatsoenlijke brief. Het is alleen nog een laatste herinnering aan de mogelijkheden en aan het aflopende proces dat hun vele maanden van te voren al heel duidelijk gezegd is en met minimale kosten had die aansluiting tot stand kunnen komen in die kleine klusters die toen zijn aangesloten. U verwijt mij dat ik wat warrig ben in het verdere verhaal van de riolering. Ik heb gezegd, natuurlijk is die rioolwet tot en met helemaal bekend. Er zijn tekeningen van elke aansluiting bekend. Ik ben voor U dan wat onduidelijk geweest in het toekomstgebeuren. Ik heb toen dacht ik vrij duidelijk gezegd dat bepaalde ontwikkelingen in onze gemeente soms nieuwe mogelijkheden openen. Daarbij denken we dan aan een persleiding die naar het industriegebied Oude Molen gaat. Dat opent nieuwe mogelijkheden, voor een stukje Steenbergseweg, mogelijk voor een stukje Schansbaan. Dat zijn zaken die waren drie jaar geleden niet te voorzien, die zijn er nu wel. Die geven mogelijkheden omdat er dan een leiding komt naar een gebied. Bijvoorbeeld de ontwikkeling van de Schans kan voor enkele mensen in de buurt ook mogelijkheden bieden. Dat zal ook in de toekomst zo zijn, dat kunnen we niet overzien. Wat ik de vorige keer gezegd heb, dat weten we heel duidelijk, dat we in het buitengebied, het agrarisch gebied waar er een heel beperkte bebouwing is, dat er percelen zijn die op de oude manier zullen moeten blijven lozen of samen naar een tank toe of in kleine dingen. Maar dat daar het verhaal ten einde is en dat de kosten van aansluiting op een groot riool verder die andere te boven gaat en dat het ook niet nodig is om dat te doen omdat het milieu door die hoeveelheden niet of nauwelijks wordt beïnvloed. Daar ben ik toch vrij duidelijk in geweestIk hoop dat ik nu ook vrij duidelijk ben, anders wil ik het nog wel een keer herhalen. Het eerste is een herhaling van een aflopend proces, een laatste kennismaking. Die mensen zijn heel uitvoerig geïnformeerd. Het andere is de ontwikkeling naar de toekomst, waarvan ik een paar voorbeelden heb genoemd die op heden spelen en die een opnieuw oppakken mogelijk maken, ondanks een aflopende verfijningsregeling. Ik denk dat U dan toch redelijk op de hoogte bent van het gebeuren. Dat die mensen dan verontwaardigd naar U toekomen, dat is op zichzelf heel slecht. Ze hebben ten eerste niet mee willen werken aan de voorzieningen in het wijkje, We hebben die proceduretijd heel goed gebruikt naar hen toe. Dat die afloopt dat kunnen wij ook niet helpen. Ik denk dat het alleen maar fatsoenlijk is dat wij nog een laatste brief schrijven. De voorzitter: Ik dacht dat dat heel duidelijk was. Ik zou daar zelf toch nog even in zijn algemeenheid, voor ik de heer Somers weer het woord geefiets aan toe willen voegen. Er is net even gesproken over de druk op het apparaat met name waar het gaat om milieu-aspekten en dergelijke. De brief die de gemeente heeft geschreven die gaat over situaties waar riolering aanwezig is. Dat is gemeentelijke riolering. De wethouder heeft net duidelijk aangegeven waarom dat gebeurd isDe brief die U schrijft is eigenlijk een brief die thuishoort bij het Hoogheemraadschap West-Brabant. Die is verantwoordelijk voor de waterkwaliteit en verantwoordelijk voor de afvoer en zuivering van het afvalwater. Het. Hoogheemraadschap heeft zeer recent het handhavingsbeleid geproduceert waarin is geformuleerd dat waar het gaat om de aansluiting in het buitengebied, bijzondere omstandigheden daar gelaten, (ik denk dat de wethouder daar net ook naar heeft gerefereerd)dat men daar niet meer verder in kan gaan omdat op een gegeven moment nut en offer niet meer tegen elkaar opwegen. Als U een 'brief schrijft dat de gemeente moet inventariseren waar nog geen

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1989 | | pagina 17