-14- heeft en ik heb hem toen gevraagd, wil U het dan kopen en hij heeft mij geantwoord ik wil het niet kopen. Ik begrijp ook de achtergrond van de brief als zodanig niet. Het is zo dat wij een jaar of drie geleden een inventarisatie gemaakt hebben van gronden die in de gemeente lagen en liggen uiteraard, en dat we die behandeld hebben in de kommissie Grond- en Pachtzaken. Daarvan hebben we besloten welke gronden we zouden verkopen. Daar zitten dan een aantal gebruikers op, U heeft daar de vorige raadsvergadering ook nog een aantal voorbeelden van gekregen en we hebben toen de afspraak gemaakt om die aan die betrokken mensen te verkopen. De situatie is zo dat al vanaf 1986 deze koper al voor een deel het perceel gebruikte en, ook al in 1986, gevraagd heeft om het te kunnen kopen. Toen kon het niet omdat de gemeente het voor een deel in gebruik had. Wij hebben gemeend om gewoon en nogmaals, via de kommissie Grond- en Pachtzaken, deze situatie, zoals hij ook bij de andere is, degenen die daar in 1986 daar al om gevraagd heeft en sindsdien gebruiker was, om het aan hem te verkopen. Meneer Clarijs heeft mij gebeld en toen heb ik hem gevraagd wil U het dan ook kopen en hij zei nee, ik wil het helemaal niet kopen. Ik begrijp de problemen niet. Het lid SomersIk had het anders begrepen. Ik heb de heer Clarijs ook gesproken. Het is een kwestie van een wellis nietes spelletje. Het gaat er mij niet om wie er een brief schrijft of het de heer Clarijs is of Jan Pietersen, dat maakt mij niets uit. Vanzelfsprekend gaan pachters voor bij eventuele aankoop van gronden, dat lijkt mij een vanzelfsprekende zaak. Mijn vraag, een enkele vraag, waar ik alleen maar antwoord op wil hebben is, als er een inventarisatie is en onze inwoners kunnen dat in zien, dan is voor mij de kous af en dan wil ik verder nergens over diskussiëren. Wethouder Van der Weegen: Die inventarisatie is er, die is besproken in de kommissie Financiën en in principe wordt er verkocht aan de gebruiker. Dat heb ik net ook geantwoord. De voorzitter: De gemeente Halsteren is natuurlijk zuinig en laat niet zo maar een stuk grond braak liggen. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten konform het voorstel van burgemeester en wethouders. Punt 36. Schrijven groepering Leefbaarheid Halsteren - Lepelstraat inzake aansluiten op de gemeentelijke, riolering. Het lid SomersPunt 36 was een brief en daar is kort maar krachtig door het kollege op geantwoord. Er wordt verwezen naar de notulen van 24 november 1988. Ik heb het toch nog even nagelezen en daar werden indertijd twee vragen gesteld door onze fraktievoorzitterde heer Roosenboom. Dat was of er een recent rapport is inzake de staat van het totale rioleringsstelsel. De tweede vraag of er in verband met het verdwijnen van de verfijningsuitkering er eigenlijk nog potentieel in aanmerking komende delen van onze gemeente zijn waarin in het rioolstelsel nog voorzien kan worden. Dat waren eigenlijk de twee vragen waar het om ging. Dan volgt op pagina 37 van de notulen van 24 november het bekende antwoord van onze heer Sinkealtij d heel vriendelijk, een beetje warrig, maar het zegt meestal niets. Konklusie namelijk, het spreekt elkaar een beetje tegenHet is nu makkelijk om dat te zeggen, omdat je het nu op je gemak nog eens na kunt lezen. Op de eerste vraag is toen totaal geen antwoord gegeven. Het is natuurlijk achteraf praten. Ik wil die vraag nu wel herhalen. Is er een inventarisatie van een totale toestand van het rioleringsstelsel

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1989 | | pagina 15