m -25- Wel bijvoorbeeld voor uiteraard afstanden tussen industrie die lawaai maakt of industrie die in bepaalde hinderwetkategorieën valt. Daarvoor zijn er wel minimum afstanden of maximum afstanden net zoals U het noe men wil. Maar die vloeien dus voort uit de hinderwet of uit de Wet op de geluidhinder en niet uit de Wet op de Ruimtelijke Ordening. De huidige kategorie van hinderwet is, ik dacht dat U aangafde laag ste kategorie en op het meest recente bezoek, maar daar kan een jaar tussen zijn, heb ik begrepen, was het bedrijf helemaal niet hinderwet- plichtig was. Dat is ongeveer anderhalf jaar geleden, maar dat kan natuurlijk inmiddels veranderd zijn. Maar dat is de informatie die ik daarover gekregen hebWat de positie nu betreft in het huidige be stemmingsplan, die wordt geheel en al bepaald door het zogenaamde overgangsrecht waarin is aangegeven dat alle opstallen en gebouwen en de funktie die er in is, zoals die was op het moment dat het bestem mingsplan van kracht werd, mogen blijven. Ook als er op een gegeven moment sprake van is dat het gebouw helemaal hernieuwd zou moeten wor den bijvoorbeeld, omdat het versleten is, dan mag dat. En het is zelfs mogelijk dat wanneer het een uitbreiding nodig heeft en gezien de om vang van het perceel, kan dat nooit een hele grote uitbreiding zijn, maar wanneer die nodig is dan is er ook dan een mogelijkheid om daarin te voorzien. Dus in het bestemmingsplan is dat in het overgangsrecht geregeld. Daarin is ook een artikel dat ontheffing mogelijk maakt op het verbod tot uitbreiding van de aktiviteiten, als dat een redelijk gebruik van de oppervlakte tegen zou gaan. Dus ik denk dat het met die beperkingen allemaal nogal meevalt ten aanzien van de bedrijfsvoering. Het is natuurlijk wel zo dat de positie enigszins veranderd is, hoewel nu de afstand tot de woningbouw ook beperkt is, dan laat ik de dienst woning maar even buiten beschouwing, maar op zichzelf gelden voor iedere woning in Nederland bepaalde normen dus ook voor de dienst woning. Maar aan de overkant van de weg staan natuurlijk ook huizen. Dus wat dat betreft is het natuurlijk niet zo dat de situatie helemaal op zijn kop wordt gezet. Maar dat de situatie verandert is op zichzelf wel juist. De heer Roosenboom heeft nog aangegeven, het plan is nu nog in proce dure, maar dat is natuurlijk niet zo, het bestemmingsplan is gewoon vastgesteld. Ook definitief. En er komt alleen nog een uitwerkings plan. Maar dat komt natuurlijk nooit in de plaats van het huidige bestemmingsplan. Dat kan alleen maar een aanvulling daarop zijn. En daar kan wel de aanduiding bedrijfsgebouwen of iets dergelijks komen, maar het is niet zo dat U zegt dat kunnen we nog wel even omdraaien. Dan zullen we echt het bestemmingsplan moeten wijzigen. Maar de vraag is of dat in het licht van de overgangsbepaling zoals die dus in het huidige bestemmingsplan staat, en de mogelijkheden die het perceel overigens biedt nodig is. Het is natuurlijk wat anders als je perceel bebouwd is voor 10% en je dus nog alle ruimte hebt. Dan kan je zeggen van hoh, ho, er is een drastische inperking van bijvoorbeeld uitbrei dingsmogelijkheden. De bebouwingsdichtheid van het perceel is vrij hoog. Dus wat dat betreft denk ik dat de mogelijkheden om daar het bedrijf zoals dat dus op dit moment bestaat, uit te oefenen, dat die niet zodanig wordt beperkt dat daar op dit moment maatregelen voor nodig zijn. Het lid Roosenboom; U zegt dat dit bedrijf mag blijven, het mag zelfs als dat mogelijk zou zijn, uitbreiden. Maar meneer Duin, en daar gaat U aan voorbij, die heeft indertijd,-en ik herhaal het met veel moeite-, daar via de raad industriegrond gekocht. I

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1989 | | pagina 136