-24-
Daar nam ik eigenlijk wel genoegen mee. Wel als je nu kijkt naar de
reactie door de diverse frakties, je kunt gerust zeggen misschien wel
alle frakties, dan worden er hier en daar toch nog wat kanttekeningen
geplaatst. En dat is misschien wel terecht. Het is zo, we moeten toch
proberen straks de heer Duin zijn bedrijf goed te laten uitvoeren. Die
man is daar goed begonnen, al in lengte van jaren. Straks, we hebben
het nu gezien met de Hemi, komen, pas de bezwaarschriften achterop.
Toch de zaak goed laten bekijken.
Het lid Roosenboom.; Om ook niet helemaal in herhaling te vallen wat
de voorgaande spreekster heeft gezegd. Ik geloof dat zij haar laatste
zin, dat ze daar zichzelf mee kan konformeren. De heer Duin heeft
indertijd na veel moeite industriegrond gekocht van de gemeente
Halsteren. Ik denk dat de heer Duin het recht moet blijven behouden om
onder dezelfde voorwaarden zoals hij toen industriegrond kocht, om
zijn bedrijf voort te zetten. Alhoewel ik me heel goed realiseer dat
door direkte omgeving van woningbouw het bedrijf als hij hinderwet
vergunning aanvraagt, nooit meer datgene krijgt wat hij had. Als dat
industrieterrein was gebleven, met de omliggende terreinen zoals dat
aanvankelijk in het plan "Wouwseweg 1974" was aangegeven, dan had hij
in een veel voordeligere situatie gezeten. Maar het minste wat de raad
kan doen, om de fout die de raad eigenlijk toch heeft gemaakt, om de
bestemming industrie te wijzigen in woondoeleinden. Ik weet ook dat
dit een partiële uitwerking is en dat de raad later dit plan defini
tief moet vaststellen. Nu, het minste wat we kunnen doen, is om bij de
vaststelling het perceel van de heer Duin weer te bestemmen zoals het
was, zoals hij het ook heeft gekocht. Wat dan de toekomst zal bieden,
daar zet ik hele grote vraagtekens bijIk denk dat toch door deze
verandering de heer Duin is benadeeld. En ik denk als hij dat goed
uitzoekt, hij inderdaad gebruik kan maken van artikel 49 van de Wet
Ruimtelijke Ordening en dat hij daardoor schade kan claimen. Ik denk
dat het bedrijf nooit meer kan worden wat het vroeger was, in verband
met omwonenden.
De voorzitter: Mevrouw Wiersema heeft een aantal vragen geformu
leerd. De eerste was een garantie voor een solitaire industrievesti
ging. Ik weet niet meer dan dat de heer Duin daar een perceel grond
gekocht heeft met bestemming industrie. Daar heeft hij een dienst
woning op gezet en een bedrijfsgebouw. Daarmee is het perceel ook wat
het bebouwingspercentage betreft redelijk gevuld. En op basis van het
geldende bestemmingsplan wat er toen was toen hij dat kocht, kocht hij
een stukje grond op een bedrijventerrein. Dat is zeg maar zijn start
positie. Er staat niet in de Wet op de Ruimtelijke Ordening, althans
niet zoals ik dat zo weet, dat iedere belanghebbende bij het bestem
mingsplan persoonlijk bericht moet krijgen van het feit en dat er een
bestemmingsplan gemaakt wordt. Dat zou natuurlijk ook niet altijd doen
lijk zijn. Gewoon gezien vaak de omvang van gebieden waar bestem
mingsplannen betrekking op hebben, en de hoeveelheid mensen die daar
bij betrokken zijn. En daarom juist is er een uitgebreide beroeps- en
bezwarenprocedure. Ter-visie-legging, publikatieplicht, dat hoef ik U
denk ik niet allemaal op te sommen. Op zichzelf is daar niets onoor
baars aan. Dat is niet gebruikelijk. En in relatie daarmee zijn er
juist allerlei procedures die dat moeten ondervangenHet, is hier wel
zo dat de heer Duin dat had kunnen weten en aan die procedures deel
had kunnen nemen. Dat is geweest. Landelijke richtlijnen over afstan
den tussen industrie en wonen bestaan er niet althans niet zo algemeen
als U dat nu formuleert.