-17- Het is natuurlijk wel een schot in de begrotingwant waar je centen vandaan haalt dat is weer de vraag en we moeten duidelijk kijken na tuurlijk. Dit is incidenteel en dit kan dit jaar uit de post onvoor zien, maar we zullen verder strukturele middelen moeten zien te vin den. Ik denk dat het wel een goede zaak is dat het tussentijds gebeurt en niet het komend jaar. Een goed begin. Het lid van de Watering; Ik wou bij dit voorstel toch ook wel een kanttekening plaatsen. Ik proef dat er bij de kollegaraadsleden een bepaald enthousiasme is voor dit voorstel. Ik moet U vertellen,- de heer van den Kieboom heeft het al verwoord-, dat ik met het voorstel als zodanig wel instem. Maar ik heb toch bepaalde bedenkingen. Op de allereerste plaats wou ik wel opmerken dat de redaktie van het voor stel zoals het hier voor ons ligt, zeer goed gekozen is. Ik vind dat een goed stuk. Daarin wordt dus gesproken over de herontdekking van de armoede in Nederland. En als ik daar op doorborduur en in mijn over wegingen betrek, dan moet ik eigenlijk zeggen, het is een beschamend voorstel. Dat in deze tijd van welvaart, welzijn er nog een groep Ne derlanders is die eigenlijk aan de onderkant van de samenleving ver keren en eigenlijk een beroep moeten doen op een zogenaamd deklara- tiefonds om nog een aalmoes te kunnen ontvangen. Want ik kan het niet anders zien. Toen dit voorstel onder mijn neus kwam, toen dacht ik meteen aan de jaren dertig/eenendertig, toen was ik een aankomende jongen en toen had men ook zoiets, maar toen was het het krisiskomité En dat waren toen hier in het dorp, het was toen nog een dorpke, een paar onderwijzers en die deden op hun eigen manier, een aalmoes in de vorm van een bon uitreiken aan de armsten van de bevolking. Oude men sen in Halsteren weten dat nog heel goed. De omstandigheden zijn op dit ogenblik zo dat er door bepaalde ondernemingen en bedrijven miljoe nen verdiend worden. Anderzijds worden er miljoenen nutteloos over boord gezet, maar daar gaan we nu op dit ogenblik niet op in. Maar er is en er blijft een groep mensen, individuen, die zweven aan de onder kant van de samenleving en die kunnen dan dus, mits ze aan bepaalde voorwaarden voldoen, misschien een aalmoes krijgen. En dan heb ik bij de stukken gezien, het varieert van f 25,tot f 75,per jaar per persoon. Maar ik zag ook bij de stukken een koncept van een formulier en daar schrok ik van. Daar worden zo'n massa vragen in gesteld. Zelfs in deze tijd waarin de belastingdienst streeft naar vereenvoudiging van een aangifteformulier, moeten de mensen die om deze aalmoes vra gen, een formulier invullen, daar ijs je van. Misschien heb ik het verkeerd gezien, maar het lag bij de stukken. Dan ga ik weer denken, een zichzelf respecterend mens die aan de onderkant van de samenleving leeft, die heeft dan toch nog wel een klein beetje eergevoel en zal naar mijn bescheiden mening weigeren om zichzelf zo bloot te geven. Desalniettemin ben ik het met het voorstel eens. Het declaratiefonds als zodanig is nuttig, want het moet nu eenmaal niet zo zijn dat er nog mensen in onze maatschappij verkeren die ternauwernood te leven hebben of anders gezegd die dus uiteindelijk niet deel kunnen nemen aan de minst primitieve vormen van het gemeenschappelijk verkeer. Maar wat ik dus mis, en wat ik veroordeel is op de allereerste plaats die vragenlijst en op de tweede plaats, er is eigenlijk geen kriterium. Er is ook geen kriterium voor aan te leggen. Ik bedoel maar, wanneer heeft iemand behoefte aan een aalmoes en wanneer is hij ook bereid om zichzelf helemaal open en bloot te geven, want wat er gevraagd wordt. Ze zeggen weieenshet hemd van zijn lij fmaar dat is ook zo

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1989 | | pagina 128