-15- Ret lid van de Watering: Feitelijk van dezelfde strekking. Ik. neem kennis van nogal forse stijgingen die door het schap als zodanig geba gatelliseerd worden en ik dacht net zoals mijn voorgaande sprekers het daar niet mee eens te kunnen zijn. De brief die uitgaat naar het schap is naar mijn bescheiden mening scherp, maar niet scherp genoeg. Ik had eigenlijk aan de afgevaardigde van de gemeente, wethouder Sinke, wil len vragen om bij de eerstkomende vergadering van het algemeen be stuur, waar deze materie aan de orde komt, om behoorlijk met de vuist op tafel te slaan. Kijk, het is naar mijn gevoel zo,-hij weet hoe ik over het schap denk, in verband met het verleden-, maar ik ben van mening als die top daar te zwaar belast wordt, dan wordt het apparaat te duur en dan zal het vroeg of laat ten kosten gaan van onze gehandi capte, medemens, die daar dan nog een stukje bestaanszekerheid vindt. En ik zou het dus jammer vinden als door een onverantwoord handelen van het bestuur-, want zo zeg ik het op het ogenblik rustig,-die werk gelegenheid voor die mensen waarvoor het schap bedoeld is, in gevaar komt. Vandaar nogmaals mijn vraag aan de wethouder, akte de presence en zet jezelf scherp. Wethouder SinkeAllereerst, ik dacht dat dat de vraag van de heer Princen was, de vergadering moet nog gehouden worden, aanstaande maan dag. Maar in het kollege hebben we eigenlijk besloten om alle leden goed op de hoogte te stellen, dat de brief zoals die nu hier ter tafel ligt daar in koncept naar toe gaat met de mededeling dat hij zo in Uw raad behandeld wordt. Dan is het wat duidelijker, dan hoef ik alleen maar Uw reakties mee te nemen en mevrouw Frietman en de heer van de Watering, die hebben eigenlijk dezelfde strekking gegeven. Alleen de heer van de Watering gaat er iets dieper op in. Hij kent uit het ver leden ook het Werkvoorzieningsschap erg goed en zegt, als de top te groot wordt, die gelden gaan uiteindelijk van de middelen voor het gewone feit, voor de gewone opdracht af. Dat ben ik helemaal met U eens. Maar dat is iets wat in de kringen van het bestuur maar langzaam doordringt. En schijnbaar door de hoogte van de aantallen natuurlijk. Maar gezien die duizenden werknemers, zijn het cijfers die ver boven onze gemeentebegroting uit stijgen. Ik moet U zeggen dat wij vorig jaar nogal aan die kar getrokken hebben. U hebt toen zelfs tegengestemd en U weet ook dat die haast met die begroting, mevrouw Frietman, dat die voornamelijk komt omdat die 1 september in den Bosch moet zijn en vandaar die geforceerde behandeling. Daar hebben we al een paar jaar over gesproken. Het is nu zo, als de gemeente tegenstemt of bezwaar indient, dan worden die met de uitslag van de stemming meegestuurd. Gedeputeerde Staten neemt daar wel kennis van, dat is wel zo. Maar het is inderdaad zo dat het heel snel moet gebeuren. We heb ben er een extra vergadering van de kommissie Financiën aan gewijd om althans daar die begroting goed te behandelen. Ik ben er persoonlijk wel van overtuigd dat de W.S.W. sterk wijzigt. Door die beperking in de aanname worden er eigenlijk veel meer mensen aangenomen met ook ge ringe geestelijke kapaciteiten. Mensen die vroeger een handicap hadden soms met erg goed leidende kapaciteiten daar nog bijDie werkten na tuurlijk bijzonder goed in het W.S,W.—verband. Door de beperking van het Haarlemmerbeleid is er inderdaad bij het gewone apparaat denk ik versterking nodig en zal in de toekomst het werken moeilijker worden. Maar ik ben het ook met U eens dat men vrij gemakkelijk met begro tingen omgaat. Ik ben toch wel een beetje trots op de afdeling Finan ciën en de reaktie van het kollege van Halsteren, die vorig jaar ons daar de kat de bel aanbindt.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1989 | | pagina 126