F -9- over zou komen wanneer in hetzelfde asiel de honden van Halsteren een andere behandeling zouden krijgen als de honden uit een andere gemeente. Dat is voor ons de reden geweest. Wij hebben als enige gemeente ons verzet tegen die termijn. De argumentatie die U daar onderlegt is denk ik terecht. Ik denk dat het zo is dat als een hondenbezitter zijn hond veertien dagen kwijt is, hij niet gaat zeggen, we zijn hem kwijt, laten we eens in het asiel gaan kijken. Daar verwacht ik geen effekt van. Alleen de keuze zal misschien wat groter zijn voor degene die een hond in het asiel komen zoeken. U heeft terecht opgemerkt dat er een week geen honden afgemaakt zullen worden en er daarna dezelfde hoeveelheid afgemaakt zal worden. Dat ben ik met U eensHet is aansluiten aan een termijn die in den lande geldt en die dus ook door de andere gemeenten die gebruik maken van deze voorziening gehanteerd wordtDat is de reden geweest van ons om toch daar in mee te gaan. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten konform het voorstel van burgemeester en wethouders, met de aantekening dat de heer Van Elzakker geacht wordt tegen de verlenging van veertien dagen tot eenentwintig te zijn. Het lid Van Elzakker: Vanwege de financiële aspekten en niet als zodanig onderbouwdAls gemeente kun je dan door de knieën gaan, maar als raadslid mag je zeggen dat je er tegen bent. U. VOORSTEL TOT HET AANGAAN VAM EEN BIJSTANDSCONTRACT TECHNISCHE MILIEU ZORG OVER DE JAREN 1989 T/M 1991. Het lid Somers: Het voorstel om de uren uit te breiden is denk ik een noodzaak die U in Uw voorstel ook duidelijk aangeeftDe zorg voor een goed leefmilieu, dat dat steeds meer is gaan behoren tot de primaire verantwoordelijkheid van de gemeente. Eigenlijk al heel lang knokken we voor een dergelijke voorziening. Het is al heel goed dat we in het Streekgewestelijk verband materiaal tot onze beschikking hebben, voor wat we zelf niet kunnen betalen of waar we de mankracht, menskracht niet voor hebben. Ik vraag me af of die vierhonderd uur wel voldoende zullen zijn voor het jaar 1989. Voor juli of na juli dienen we, ook als gemeente Halsteren, een rampenbestrijdingsplan te hebben, specifiek voor het bedrijf General Electric Plastics op ons gezamenlijke industrieterrein, met Bergen op Zoom, Theodorushaven. Waar we al jaren om vragen dat zal nu eindelijk een keer moeten gebeuren en ik vraag me af wie dat moet gaan maken. Ik meen dat wij zoiets in Halsteren niet hebben. De chemische bedrijven, wat in het verleden altijd als bedrijfsterrein verdedigd werd, die zullen vanaf juli de omwonenden volledig op de hoogte moeten stellen van hun aktiviteiten en de risico's van de stoffen en de gevolgen van een ongeluk en hoe die moeten worden bestreden. We zullen ook via persoonlijke gesprekken, alarmbrieven en voorlichtingsmateriaal de omwonenden, scholen en bedrijven, volledig op de hoogte moeten stellen van de risico's die ze lopen en ook zullen ze op de hoogte gesteld moeten worden hoe het bedrijf tracht de gevolgen zoveel mogelijk te beperken. Ook zullen de mensen duidelijk voorgelicht moeten worden hoe ze moeten handelen bij een ongeluk. Nu draait General Electric Plastics al een hele tijd en ik ben er van overtuigd dat al het mogelijke in het werk gezet zal worden om het allemaal goed te laten verlopen daar. Tot nu toe zijn er ook alleen maar kleine accidentjes geweest, maar General Electric Plastics staat wel boven aan de lijst waar dat na juli moet gebeuren. Dat zou een mededeling zijn van het

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1989 | | pagina 10