r is sib 09 rrsiiisn U if T r»T'. B )<i SblBGrr »d 99 TOC iiolaiii is&0 ibio^ >H .nsgnib sswS 1 bsg Sain 3r>b tf 3 >*tov sb i *<fdsrf tT[^Bbawlm9éS sb I ildrrsgo 1 nsi ns •b rfnsb jil slaalmnroil si asw osb STcof ovö£ Jsm n8-tci ni sib 0s:4bs sii 1 f w boqb -.) i isd irM .aissd fesoa st de indruk dat men alleen op de premiewoningverbetering kort. Ik neem aan dat U dat ook doet in alle andere gevallen die deel uitmaken van dit totale plan. Nu het er nu niet bij is, vraag ik U om binnen nu en enkele maanden dat plan, wat door de raad al is goedgekeurd, nog een keer terug in de raad te brengen. Dan krijg je een goed beeld welk bedrag er beschikbaar blijft voor dit onderdeel. Het lid UytdewilligenHet gaat over hoofdstuk 2 van de concept-ver ordening, verbetering van door de eigenaar bewoonde woning. Daar staat onder punt 1 onder c, de toekomstige eigenaar, erfpachter of houder van het recht van opstal. Nu denk ik dat het in tegenspraak is met wat er in het voorstel staat. Als U bij artikel 2.5 kijkt, dan wordt daar gesteld dat je persé eigenaar/bewoner moet zijn wil je voor die subsidie in aanmerking komen en hier staat in dat je voordat je eigenaar bent eventueel al eigenaar bewoner moet zijn. Ik denk dat dat een beetje in tegenstelling is met elkaar. Dat concept is het nieuwe met nadere wijzigingen. Het lid MensU schrijft in Uw voorstellen, de partikuliere woningverbering is een onmisbaar element in de problematiek van de dorpsvernieuwing. Wij zijn het daar volstrekt met U eens. Door dit voorstel denk ik dat de aantrekkelijkheid voor de vernieuwing van die woningen toch wel zal afnemen. Derhalve willen wij wel ver met U mee gaan wat die wijzigingen betreft, alleen niet wat betreft artikel 2.7. Dat is de bijdrage ineens per object, die willen wij gewoon laten zoals het was. Derhalve het voorstel zoals het nu ligt, plus het voorstel om artikel 2.7 met 30% te verhogen. Dat stellen wij voor. De voorzitter: U stelt dus voor om alle bedragen die in artikel 2.7 genoemd zijn om die met 30% te verhogen. Ten aanzien van de opmerking van de heer Roosenboom het volgende. Het plan voor de Stadsvernieuwing waar verschillende objecten in staan dat komt in januari in de kommissie en in maart zal het hier in de raad behandeld worden. Wij hebben gemeend de verordening hier toch vast aan de orde te moeten stellen omdat in januari het jaar begint en de burgers duidelijk moet zijn waar ze aan toe zijn. U kunt er vanuit gaan, dat is het principe dat het kollege ook hanteert, dat de korting ook gevolgen heeft voor de andere sektoren. De bedoeling juist van het onderhavige voorstel is om de korting die wij van de provincie krijgen evenredig over de totale gemeentelijke uitgaven op dit punt te verdelen. Dan de opmerking van de heer Uytdewilligen ten aanzien van een gespannen situatie tussen artikel 2.1 en 2.5. Ik denk dat zo op het eerste gezicht de oorspronkelijke tekst van de verordening zoals die altijd geluid heeft zou moeten gelden. Het is dacht ik niet de bedoeling om met deze wijziging dit specifieke artikel zoals U dat aangeeft te veranderen, dat heb ik niet zo begrepen. Maar we moeten gewoon nog even na gaan hoe het in de oude verordening zoals die tot nu toe geldt, geformuleerd staat en dat we dezelfde tekst gewoon handhaven. Als daar hetzelfde verschil in zit dan denk ik dat we gewoon artikel 2.1. van toepassing moeten verklaren omdat daar een ruimere mogelijkheid in staat en op zichzelf denk ik dat er enige ruimte is om de toekomstige eigenaar die van plan is daar te gaan wonen ook verbeteringen kan aanbrengen. Dan tenslotte de heer Mens. Die zaagt voor mijn gevoel met zijn voorstel toch een beetje de poten onder het voorstel van het kollege vandaan. De bedoeling is, het is in de kommissie ook al uiteen gezet om de forse korting die wij van de provincie krijgen, evenredig over het totaal van de uitgaven, die wij als gemeente doen, te verdelen. Als U voorstelt nét op dat punt van artikel 27 waar, zo gauw ik dat D Jo< r -forro Y f xu J 90190 bgSS"?V9|4 JC tliOS SglbuCT 9D19W gBHTV iSllb 099 9JU$n3BS331 t6Sq T99 i^ofo ioo >000 J 00 99 »"9D IOOV 09SOX9 xS J899W -, r f«9 1 -.A Jr,r> \f f- r Cl j I j i y t j iltUiilfiM .i9in 0fi J 8TOO\ ix r 9i sii 0!}&08Vj0O Sj 9bi918*f i>0OT9V r9.9 TP SIT Sjlfiftlft >rf— li

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1988 | | pagina 71