f rs 9w astbooicf 3b blsl9d Isslansal ï3Bt abnsmoi sb 3o3 gnl^sï sqq la qoorf 'j£9rf nso nallti n£ls jam ,v bssbTsbai 9V 3sb rrfis 93 39V os i b'ïBT 9b rrsR n9b9d>I^ll9gora tsiti 3sw lioo Toobnisb ns n 'Hl 3BV f "9JJ 93 rjBf. -1 038 398 v t 898 P»1 93903; 1 n gnl3ri3l3 sssb 3srr 9lb 09§B3v ab 3I0 3ab ylnab >fl l als iTsbTOw naarruil rraaoMioov qoori 9lsri 1399 aabuos alb 1990 T9vo rr93bul39d lesb leorila 'am mulbsJa 39§lbtiJg903 "9! rijy 0I is 309. U .3ri39w3bu qo 3nsri 9lb rioo §n±3o3g! >ri (Idiesb gnlriramqo sb 39m na/oribnsrf 93 ussvir ïb tlw bjoowlaB ano nl noisag 3i9eri 'J .naJnwsd 93 is law -OajJaiD -i iBBb r^ori ril .090b frs390ar 93 ns >(oo li 3>f393B39V 3 6BJ& 099 S 00 9lb 09 3l99f{ blBBif9gaBf I» 38 t J ƒ.7 *ï>XXb 38g dsrf 3b30w msG .nsririsb ns -g 03 ssa nsjJsx 3ri99 ig 3eb mo 09qqolri 0939001 ncs 39b3sri sb993s Xtlldboislb 'fod 9b qo gnlasoXqo 9glb3S6 099 3ifII 3aH .aslrfail >si 9$ oiftsm IÏ99 }599ff t-lW «3889W9 (9baX39v 3sri nl al 3eG .al b3oow30&9d gntsrv slaobivibnl 9jfX9 bo 099 bgsisg 3,99if U 3899W9g nobsooKj si^IX8)Ilu3d9g aX®srton 99W rfoo3 oab sib tlw nil nsegggnJt qo 3aln Icsmslar. £J 3nsd rssb snlgsq qo 3ls*9ri 9g9XXo>{ 39H 3rioos9gqo n9V9 3rio0Xv 9b nl 390 as dsri blsriïBBdlasJ 300b alb nssfss »lb qo bJ b30ow3nrs 399 3ub 38b iïitab all 3BBb 09gg9S £1 .sb30 9b 0BB 3sln §00 00 3nb tlabalV t>$q59g aw 38b dnab >11 ,asaio>f tldtsbsn Jsad ns>1 ql3ebjvt3 3ab 4{^Uillob tbsdrf79ws 3sri nnv nalsoBS esT .nBBgsgnl qo 39I0 £68.99X91! sgaXXoij 3»rt si 9g0BX9ds het samengaan van de private en de publieke sektor. De gemeente met partikulieren. Ik denk dat wij in de laatste twee zinnen daar heel duidelijk op in gaan. Wij zeggen wij zijn wat terughoudend in het kader van een overdekt zwembad. Wij zeggen komt er een partikulier initiatief op ons af, dan vinden wij dat prima en vinden wij zelfs dat de gemeentelijke overheid daarbij betrokken moet zijn en voorwaardenscheppend bezig moet zijn. Je zou dat nader in kunnen vullen. Dat ben ik best met U eens. Ik denk dat dan toch eerst die partikulier bij ons aan moet kloppen. Ik denk niet dat U kunt zeggen U bent niet ingegaan op die vragen, of U moet andere voorbeelden hebben, daar ben ik dan in tweede termijn benieuwd naar. Ik vind dat wij in principe alle vragen beantwoord hebben. Wij hebben een bepaalde werkwijze die dat af moet dekken. Wij gaan alle algemene beschouwingen van de frakties individueel na en proberen dat naar hoofdstukken terug te brengen. Die vragen komen wel bij elkaar en die vragen die elkaar dan dekken of in eikaars verlengde liggen worden uiteraard in één antwoord gepoogd te beantwoorden. Dat is de werkwijze. Er wordt wel naar volledigheid gestreefd. Meneer Somers zegt er staat een citaat in de nota van aanbieding dat de raad verantwoordelijk is voor het sluitend houden van de meerjarenraming of van de begroting op termijn. Ik denk dat dat een terecht citaat is. De raad is en blijft verantwoordelijk voor alle zaken die in deze raad vastgesteld worden hij heeft daaraan gekoppeld dat hij vindt dat het kollege dat blijkbaar niet wil. Ik moet dat tegenspreken. Het kollege heeft duidelijk gezegd in de nota van aanbieding, dat met de voorstellen die het kollege gedaan heeft, daar hoeft U het niet mee eens te zijn, maar dat die voorstellen van het kollege zodanig zijn, dat op termijn, dat staat in de nota van aanbieding op pagina 3, onze voorstellen leiden ertoe, met de thans voor handen zijnde gegevens, dat de begroting op termijn sluit. Het kollege heeft de raad in elk geval een sluitende begroting aangeboden. U hoeft het daar niet mee eens te zijn, dat mag maar U moet niet zeggen neemt het kollege die verantwoordelijk niet, want het kollege heeft die verantwoordelijkheid genomen en het heeft een sluitende begroting aangeboden. De meerjarenraming sluit. Als U de laatste jaarschijf pakt van de meerjarenraming zult U zien dat er een sluitende begroting is. De weg daarheen is uitgestippeld. Op de weg daarheen hebben wij gezegd vinden wij het verantwoord om voor drie jaren een klein beslag, voor de jaren 1989, 1990 en 1991, een klein beslag te leggen op de algemene reserve, dus niet struktureel maar nogmaals op strukturele termijn een sluitende begroting en voor die jaren daarvoor een beperkt beslag op de algemene reserve om niet meer te moeten vragen aan de burger op dit moment dan op dit moment echt nodig is. Wij zijn met U van mening dat het kollege ook een sluitende begroting aan moet bieden en wij hebben daar een poging toe ondernomen. U zegt verder wij hebben daar wat voorbeelden toe aangehaald als groepering Leefbaarheid en daar bent U eigenlijk niet zo op ingegaan. Het is zo dat wij wellicht in zijn algemeenheid een aantal plannen ontvouwd hebben in het antwoord op de algemene beschouwingen die denk ik daar toch ook richtinggevend aan zijn. Ik denk dat U van ons niet kunt verwachten dat nadat U 31 oktober, 24 dagen geleden, bij ons de algemene beschouwingen binnengebracht heeft, dat wij dan in staat zijn om in veertien dagen een plan uit te werken van één van de zaken die U voorlegt. Ik denk wel dat U gezegd heeft wij willen over privatisering nadenken, wij willen een belangenafweging maken ten aanzien van een aantal voorzieningen die 10031

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1988 | | pagina 6