f
r-
-15-
hebben eerst in het antwoord gestaan. Wij hebben gemeend om toch nog
een poging te moeten ondernemen en het niet zo hard op tafel te leggen
als eigenlijk ambtelijk voorgesteld werd aan het kollege als antwoord
op Uw vraag op dat gebied. Ik zeg hem hier nu toch maar, als echt
volhard wordt in die situatie dan zal er niets anders op zitten dan
tot bekeuren over te gaan. Dat is de konsekwentieEr is natuurlijk
ook een ander aspekt wat er aan zit, het verfraaien, het veraangenamen
voor het winkelend publiek van een stukje Dorpsstraat. Dat is altijd
de afweging, de goede doorgang moet echter gewaarborgd blijven.
De heer Mouws heeft gezegd alarmering. Het is zo dat in overleg met
een aantal gemeenten, Bergen op Zoom richting het ministerie van
Binnenlandse Zaken vrij frequent daar kontakten over onderhoud over de
voortgang van die alarmering en de wijze waarop dat plaats moet
vinden. Dat gebeurt gekoördineerd, ook voor onze gemeente. U vraagt is
het dan niet verstandig om daar een publikatie over te doen om daarmee
aan te geven wat er eigenlijk opdoet. Dat is dan een afweging die je
moet maken. Maak je daar niet meer onrust mee bij de mensen dan nodig
is. Dat is dan altijd de afweging die je maakt. Wij hebben gezegd
laten we toch maar afwachten. Als je met een publikatie gaat zeggen er
komt nog wat, maar we weten nog niet wat er komt, dan denk ik dat je
zo weinig zegt of dat je aangeeft het ministerie krijgt de schuld. Dan
heb je wel het eigen paadje schoongeveegd naar de bevolking toe, maar
ik denk dat je niets opgelost heb. Ik denk dat we naar de raad
duidelijk aangegeven hebben waar we op wachten.
Het lid Frietman-HoppenerEven als reaktie op het verhaal wat de
heer Mens heeft gehouden over de ingebruikname van het trottoir door
detaillisten. Ik denk dat je niet alleen met het vingertje moet wijzen
naar de detaillisten. Ik heb zelf gezien, dat als zij maatregelen
treffen, dat er dan een aantal fietsers hun fietsen neer zetten. Ik
denk dat je dan in dat kader aan de bekeuringssfeer moet gaan denken.
Dan zul je niet naar de detaillisten moeten, maar in een stukje
info-pagina de mensen daarvan bewust moeten maken. Ik denk niet dat je
louter met het vingertje moet wijzen naar winkeliers.
Het lid Van Elzakker: Ik voel me even geroepen om te reageren op de
opmerking aangaande artikel 35 van meneer Roosenboom. Als hij denkt
dat daar ergeren aan te pas komt, dat dat zeker niet het geval is.
Daar kan ik hem gerust in stellen. Ik heb gezegd dat het bij herhaling
oude vragen naar voren brengen, dat dat te maken heeft met het
ambtenarenapparaat onefficiënt en oneigenlijk aan het werk zetten. Dat
kan niet de bedoeling zijn van artikel 35.
Het lid Roosenboom: Ik moet me verontschuldigen, ik was buiten de
orde. Terecht dat U me daar opmerkzaam op maakt. Het stond bij mij
onder elkaar dus ik las maar door. Ik wil er dadelijk nog iets van
zeggen als het aan de orde komt. Over de huisvesting brandweer. Het
verwondert mij dat dat bij het kollege onbekend is. Daar is het korps
al jaren mee doende. Er is zelfs binnen het korps een kommissie bezig
er zijn zelfs tekeningen gemaakt door iemand van de brandweer, niet
door mij. Alhoewel dat bij mijn beroep hoort. Het is zelfs zo dat de
brandweerlieden aangeboden hebben om daar zelf behulpzaam bij te zijn.
Bij het brandweerkorps zijn er nogal wat mensen die komen uit de
aannemerswereld. Die kunnen bijvoorbeeld met materialen en andere
hand- en spandiensten deze eventuele verbouw toch wel wat goedkoper
maken dan als dat via de officiële weg moet gebeuren. Uw toezegging
dat U dit op zal nemen juich ik toe. Ik hoop dat dit korps in de
toekomst een ruimte krijgt waar ze gewoon recht op heeft. Een
beroepsbrandweer is duurder dan die dertig vrijwilligers. Al lijkt dat