r r -14- algemeen bestuur. Wij zitten hier echter naar mijn mening niet om elkaar op reglementen te wijzen. Het lid MensU zult wel begrijpen waar het over gaat, het gaat over die gewaarborgde doorgang van de trottoirs. Reeds enige jaren zijn wij bezig om aandacht te vragen dat wat de winkeliers betreft, dat ze de waren uitstallen op de trottoirs en dat de doorgang dermate belemmerd wordt dat er een kinderwagen en een voetganger niet meer langs kunnen. We hebben dat regelmatig gevraagd en iedere keer krijgen wij hetzelfde antwoord. Er wordt periodiek overleg gevoerd en aandacht hieraan wordt besteed door de rijkspolitie. U heeft gezegd, als er op korte termijn geen verbetering van de situatie optreedt dan zullen wij niet schromen tot het nemen van nadere maatregelen. Dan wil ik alleen vragen welke nadere maatregelen worden hiermee bedoeld en wanneer wordt hier toe overgegaan. Het lid Mouws: Wij hebben enige jaren achter elkaar gevraagd om omtrent dat alarmeringssysteem druk op de ketel te houden. Nu luidt het antwoord, het ministerie is nog steeds doende een landelijk alarmeringssysteem op te zetten. De distriktsinspectie zegt zelfs v duidelijk:gemeenten niets doen. Het feit dat we daar naar vragen komt natuurlijk, omdat er toch vanuit de bevolking bepaalde wensen op tafel komen. Laten we dan voor alle duidelijkheid aan de bevolking, via wat we daarstraks hadden over publikatie, duidelijk maken waarop we wachten en dat het niet onze schuld is dat het zo lang duurt. Ik vind wel dat het een goede zaak is dat het landelijk aangepakt wordt, als het tenminste maar niet te lang duurt. De voorzitter: Meneer Roosenboom U heeft gezegd de huisvesting van brandweer en politie hebben wij aangekaart in onze algemene beschouwingen. Ten aanzien van de politie denk ik dat wij in onze nota van aanbieding voldoende hebben gezegd. Naar de huisvesting van de brandweer is in elk geval periodiek gekeken en zijn een paar zaken naar het kollege gekomen, met name verwarming van een bepaalde ruimte en ook de toegangsdeuren. Mij is in elk geval onbekend dat er plannen zouden zijn om wasruimten en dergelijke te bouwen. Het kan zijn dat die destijds wel besproken zijn met burgemeester Hendriksen, maar dat durf ik niet te zeggen. Bij het kollege zijn die plannen nooit op tafel geweest, ik draag daar geen kennis van. Ik zeg U wel toe dat ik met de kommandant van de brandweer daar nog overleg over zal voeren, over een paar dagen krijgen we een nieuwe portefeuillehouder op dat gebied, en dan zal ik hem dat in elk geval doorgeven. Wij zullen dat natrekken of die plannen en behoeften leven. Ten aanzien van de rondvraag, ik zal er heel kort iets op zeggen. U heeft mijn antwoord vorige keer gehoord, ik denk dat we als gemeentelijk apparaat hoogst ongelukkig zouden zijn als alle raadsfrakties zouden gaan doen wat de groepering Leefbaarheid doet, ik denk dat ik dat vorige keer ook wel aangegeven heb. Wat U zegt dat is een recht, dat is prima, maar je kunt van rechten gebruik maken of je kunt er geen gebruik van maken. Je kunt altijd als groepering de afweging maken ga ik dat doen of ga ik dat niet doen. U weet best zelf welke vragen heel serieus en heel zinvol geweest zijn. Ik denk dat U daar als regel ook een heel goed en gedegen antwoord op gehad heb en dat er akties van het kollege geweest zijn. Er zijn zeker ook zaken aan de orde gesteld waarvan je je af zou kunnen vragen of die het nu rechtvaardigen om gebruik te maken van die mogelijkheid. Ik denk dat U dat op die manier moet zien. Meneer Mens U heeft gevraagd die gewaarborgde doorgang. Het is zo dat met name in dit stukje door het kollege een wat terughoudende tekst neergezet is op de tekst die er eerst stond. Ik wil U wel zeggen, er

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1988 | | pagina 14