t6v nurJa9< aH £b 3dnr nsoi -10- meegeeft minder moet betalen dan degene die drie emmers vuil meegeeft. Dat die diskussie een heel aardige diskussie is, maar ik zie er geen ander resultaat uit komen, ik wil best die diskussie opnieuw voeren, maar dan komen we toch tot formele standpunten waarbij ik zeg die afvalstoffenheffing wordt geheven voor die dienstverlening en daar moet voor betaald worden. De mate van dienstverlening is niet bepalend. Het is natuurlijk wel zo dat de mate van gebruik maken van die dienstverlening door de totale Halsterse gemeenschap natuurlijk wel bepaald wat de kosten voor die Halsterse gemeenschap zijn. Als er in zijn totaliteit aanzienlijk minder vuil meegegeven wordt dan kan het tarief van de afvalstoffenheffing omlaag. Daar vind ik dat we de prioriteit op moeten stellen en niet per individuele aansluiting en per individuele woning. Dat is het probleem, dat wil U graag geregeld zien, maar dat kan ik niet regelen. Dan moeten we een ander systeem hebben waarvan ik vind dat we dat niet moeten doen omdat we dan terug gaan naar af en dat we dan in een systeem terecht komen wat niet goed funktioneert qua heffing. U heeft gezegd komt er ook een diskussienota over prioriteitstelling. Ik heb aangegeven daar straks in antwoord op mevrouw Wiersema dat het kollege gezegd heeft dat wij op het moment in afweging van de lastendruk die in deze gemeente is en het pakket aan voorzieningen dat er is, dat dat op dit moment geen reden is, of wij er geen voorstander van zijn om voorzieningen af te bouwen. Ik wil best met U de afspraak maken dat wij in enig kommissieverband een aantal voorzieningen op een rij zetten met kosten. Wij hebben dat overigens in de kommissie Financiën toegezegd om dat kostenplaatje toch al te geven aan de raadsleden. Ik wil best toezeggen om die diskussie daar te voeren. Ik zou dat graag willen koppelen aan die notitie over privatisering. Daar zullen wij toch terugkoppelen naar een aantal zaken en daar zullen we van moeten zeggen daar vinden wij van dat we niets moeten doen en daar zien wij eventueel wel mogelijkheden in. Vooralsnog hebben wij voor 1989 gezegd in het kader van de begroting waar we vanavond met elkaar voor bezig zijn, dat we op dit moment gezien de lastendruk er nog niet voor zijn om nu besluiten te nemen om zaken helemaal af te stoten. We hebben wel wat toezeggingen gedaan en ik wil die toezeggingen best aanvullen met het verzoek van U. De raad zal daar zeker over te spreken komen. Mevrouw Wiersema heeft weer een voorbeeld gegeven. In ons antwoord op de algemene beschouwingen, ik pak de pagina er bij, hebben wij denk ik neergeschreven wat ik U beloofd heb in de kommissie Financiën, dat is op pagina 16 waarbij wij zeggen, wij hopen dit onderwerp binnenkort aan de kommissie Bedrijven en andere voor te leggen. Het lid Wiersema-DupréU zegt daar net zelf in Uw antwoord, ik heb het in de kommissie Financiën verschillende keren gezegd, daarom haakte ik daar op in. De voorzitter: Dit antwoord op de algemene beschouwingen is toch een stuk wat wij in openbaarheid naar de raad toesturen, in principe is dit dus onze mening. In principe is dit een toezegging waar U ons aan mag houden, ik vind niet dat ik hier verder nog iets op moet zeggen. Dat lijkt mij verder overbodig. Verder hebben wij wel regelmatig gesproken over een aantal zaken in Financiën. U vindt dat ik dat dan meer in de raad moet doen. Dit antwoord is natuurlijk wel een stuk wat aan de raad gericht is en U mag daar best het kollege op aanspreken. U mag daar best op terug komen zonder dat ik dat vanavond nogmaals gezegd zou hebben. Er staan nog zeker een aantal andere toezeggingen in waar U ons zeker aan mag herinneren. Het kollege volgt de toezeggingen en kijkt welke ze wel en welke ze niet afgewikkeld 9d 03 39V XJ r bv 30 91 IT 9 3 >1 IJP -iV. ±X99< rrëlariE 36BW 3P,b nwqo 95 3^!i33q( rm Jsri 3svc &s fov isrf ft i !3 -) 3 9 ,3»J CTSbl 93B "rssls 80o 0 £lw d K iaJtuf V TBtTJBr, -J.'! at twf I"tv 3':> JU3 J ixw 3 BU O3089.tr/ix r»w3<i V993ÉB t 9 3 J 9W 31 W 099

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1988 | | pagina 10