)3fcu üi
o raslsoaa
iCBg blBBVOfltSBg soo
3iB99tt rr9i938l8»I oi br,si sQ .so
4
jftXXsblub ajt dsH »aio3 biX 3»H
iqqojJ Jsb gss U -3 iIstoov a I
»bi a ïl&ss it3 taJteiMO.' 9-j
julnsbïO ^Af tlsjoiiuü siaainmojl afe
-41-
doen. Ik blijf volhouden, ik denk dat ik dat laat onderzoeken, dat wij
op grond van deze zeven punten een normaal amendement in kunnen dienen
om vooraf te laten gaan aan deze stemming. U bent de voorzitter, U
beslist. Wij zullen dat laten onderzoeken.
De voorzitter: Er wordt hier in deze raad niet besloten dat iets
afgebroken wordt en de Lepelstraters wordt niets voorgehouden. Die
diskussie en dat besluit komt later.
Het lid MouwsGezien de voorgaande diskussie ben ik tegen dit
voorstel. Ik ben het alleen eens met punt 6 en 7dat is te weinig
voor het geheel. Ik vind dat wij een niet voldragen voorstel hebben om
een beslissing te nemen.
De voorzitter: 6 en 7 maken overigens onderdeel uit van het voorstel.
Voor het voorstel stemmen de leden Graafmans, Uytdewilligen,
Frietman-HoppenerVan Elzakker, Wiersema-DupréPrineen, wethouder
Sinke en wethouder Van der Weegen.
Tegen het voorstel stemmen de leden Van Eekelen, Mouws, Mens,
Roosenboom, Somers en Van den Kieboom.
De voorzitter: Dan is het voorstel van het kollege aangenomen met
acht stemmen voor en zes stemmen tegen.
16. VOORSTEL TOT WIJZIGING VAN DE "VERORDENING REGELENDE HET TOEKENNEN
VAN EEN TEGEMOETKOMING IN BOVENMATIGE ZIEKTEKOSTEN AAN ENKELE GROEPEN
VAN I.Z.A.-DEELNEMERS.
Het lid MensU zult van mij niet verwachten dat ik tegen dit
voorstel ben. Een ding heeft mij verbaasd en dat is het besluit. Aan
de achterzijde viel mij op dat deze wijziging in werking treedt met
ingang van 1 januari 1989, Ik meen te moeten veronderstellen dat in de
kommissie ABZ duidelijk geadviseerd is het in werking te stellen per 1
januari 1988. Mag ik U vragen waarom U van dit advies afgeweken bent.
De voorzitter: Ik denk dat er een misverstand is tussen ons beiden.
Ik heb in de kommissie toegezegd dat ik er voor zou zorgen dat het dit
jaar in de raad behandeld zou worden. We hadden toen nog niet het
voorstel klaar maar ik heb U wel de achtergronden verteld. Overigens
bent U degene geweest die met name hierna al gevraagd heeft. Wij
hebben een prima oplossing gevonden door het feit dat we als
gemeentebestuur nalatig zijn geweest, nalatig is misschien een groot
woord, maar tekort geschoten zijn om bepaalde zaken niet te wijzigen
in bepaalde regelingen. Het voorstel is zo dat het ingaat 1 januari
1989 en zoals U weet heeft deze regeling ten alle tijde een
terugwerkende kracht van 12 maanden. Men spreekt dus steeds over 12
maanden terug. Dat houdt dus in dat vanaf 1 januari 1988, het jaar
1988 dat hij van toepassing is. Dat is het misverstand. De regeling
gaat in 1 januari maar hij heeft een jaar teruglopende werking. Je
kunt pas een verzoek indienen 1 januari ten aanzien van de 12
voorgaande maanden. Het ging ons te ver om het nu per 1 november in te
laten gaan omdat er al toekenningen gedaan zijn over een periode van
november en december 1987. Dan zou je die diskussie met elkaar gaan
krijgen. Ik denk dat we wel hetzelfde gedaan hebben als U bedoelt en
dat met deze uitleg Uw probleem over is.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten konform het voorstel van
burgemeester en wethouders.