f Ï£>9/f 'J ilaac' J: >is als •Icfotrq aaag -37- wordt-, niet die tekst, maar wij onderschrijven dat het nog beter is de Lepelaar op te knappen dan onder een partikuliere stichting te gaan zitten. De voorzitter: Ik zal het amendement even voorlezen. 1. Gegeven de onduidelijkheid omtrent de verhouding van kosten tussen de renovatie van de Lepelaar door de beheerskommissie de Wittenhorst en het voorliggende voorstel. 2. De mening toegedaan zijnde dat de Lepelaar één van de laatste gebouwen is die het dorpskarakter van Lepelstraat mede bepaalt. 3. Gezien de wensen van het grootste deel van de Lepelstraatse bevolking voor behoud en renovatie van het klooster. 4. Gehoord de wensen van de grootste huurders. 5. Gelezen de niet juiste weergave van een raadsbesluit op 22 oktober 1987 op pagina 3 van het voorliggende voorstel, besluit de raad van de gemeente Halsteren in vergadering bijeen op 27 oktober 1988 het voorstel dusdanig te wijzigen dat een keuze open blijft tussen twee mogelijkheden, zijnde a. behoud en renovatie van buurthuis de Lepelaar, b. aanbouwen aan de stichting gemeenschapshuis en daartoe verder onderzoek verrichten. Dat is het amendement dat de heer Somers namens Leefbaarheid inbrengt. Ik denk dat wij vanuit het kollege voldoende aangegeven hebben dat dit voor ons niet de vertrekpunten zijn. Daarnaast vinden wij het opnieuw inbrengen van het aspekt buurthuis de Lepelaar, dat is in het kader van sociaal kultureel werk bediskussieerd op 22 oktober 1987 en juni 1988. Over het feit wat hier onder punt 2 genoemd wordt of het gebouw de Lepelaar hier in Lepelstraat moet blijven bestaan of niet, daar doen we vanavond geen uitspraak over. Ook dat is heel duidelijk, dat staat heel duidelijk in het voorstel van het kollege. Dat kan geen reden zijn. Het lid Roosenboom: Dat bepaalt toch de meerderheid van de raad. De voorzitter: Ik geef alleen maar een visie vanuit het kollege en een advies over dit amendement. Ik denk dat dat normaal is. Ik probeer alleen maar aan te geven dat datgene wat hier staat ook niet in het voorstel dat wij U voorgelegd hebben besloten is. Het is duidelijk dat wij vanuit het kollege het amendement alszodanig overbodig vinden. U mag daar uiteraard als raad over besluiten maar ik moet U ontraden om dit amendement aan te nemen. Als U nog een stemverklaring heeft, dan mag dat, maar we gaan niet opnieuw diskussiëren. Het lid Somers: Ik ben het er niet mee eens. Als het kollege het een en ander mag verdedigen, dan mag de indiener toch ook het een en ander zeggen. De voorzitter: Ik denk dat U dat voldoende gedaan heeft in de eerste twee termijnen. U heeft alleen over dit amendement in de twee termijnen gesproken. Ik denk dat we niet opnieuw in diskussie moeten gaan. Als er nog meerdere leden zijn die een stemverklaring in willen dienen dan kan dat. Het lid Van Eekelen: Ik blijf bij mijn standpunt zoals ik juist verwoord heb en daarmee wil ik mijn stem verklaren. Wij staan als Werknemerspartij niet achter deze motie. Wij zijn er wel voor dat als het gemeenschapshuis het zou worden, -en daar ziet het wel naar uit-, dat wij dan nog liever de Lepelaar behouden zouden zien in verband met de beheersvorm en niet wat heel die tekst betreft, want die onderschrijven wij niet. Het lid Wiersema-DupréVan al die punten kan ik alleen punt 2 onderschrijven. Als ik nu tegen stem betekent dat echt niet dat ik wil >16! r r«.Kh,K 59X92 73-3 3Cl3fllï^

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1988 | | pagina 72