f tm 3ai0 aw fiaJsom 3sb xesIsqsJ >b 0E golïaqqtnsisv 09s ait 33 .qasswsq 3nx.> I 09 bo iwuocfag -ifcl 'i 39 sort <3a99W9g bssi sb 0jt siaatulaxb 099 a &b z sob nsb sirb 39vo to 99w3 3svo nsv issta sgxbni 3319V 099 d: bil el 93rf0Bb£ Am 3SODI bss3 sb 0BV Jniw^ïUTSV 3; 06Bg JOrf 0BV 300qjJe»3339V 3sH .0 3isv 33 .390093 09fli9Xdo3q 30a a I" doo 3sd (J 3ls9rf OS 09 (bg9S9§ U ?;tw 099lXi gas AI .naAAeilltu tiW .09b3ow cmnujf SBoXsgqo oil 0t qBriO3099JB9g sib ni XS83309O at nuA 060 .0S3B3q 93 ao3 3B60 I 09393a!bH 9309 tab qc 33aX9q9J sb 3S8b U 3s 330J{ qo iOJSf 3BBb 09 sJiotf qo 09 nsXXov 93 nsob asA, 'sai3 .09X95 -36- groepering Leefbaarheid zou moeten gelden. Dat geldt ook voor het besluit wat de groepering Leefbaarheid genomen heeft in oktober 1987. Ik denk dat het geen goede zaak is voor Lepelstraat op langere termijn, dat is ook voor ons het uitgangspunt, dat het op langere termijn geen goede zaak is dat die zaken met betrekking tot het sociaal cultureel werk in Lepelstraat op verschillende locaties plaats blijven vinden. U heeft gezegd de beheersvorm was het uitgangspunt. Ik hoop aangegeven te hebben dat dat geen uitgangspunt was. De beheersvorm was een vraag of je tot een centralisatie kon komen. Die centralisatie is het uitgangspunt. Als die drempel vorig jaar niet genomen was dan hadden wij niet kunnen centraliseren, dan hadden we ook dat onderzoek niet hoeven te doen. Dan was dat een heel ander onderzoek geworden en dan was het waarschijnlijk het onderzoek geworden waar U ons eigenlijk toe wil hebben. U heeft gezegd een amendement in te dienen. We komen daar na afloop op terug. Meneer Princen heeft aangegeven dat hij eerst een andere mening heeft gehad. Hij zegt overtuigd te zijn, ik ben daar blij om, wij hebben daar samen behoorlijk over gediskussieerd. Ik heb de motieven van het kollege heel uitvoerig aan de orde gesteld. Ik ben blij dat U mee gaat met het voorstel waarbij U terecht konstateert, dat staat ook in ons voorstel dat een diskussie over een eventueel amoveren van de Lepelaar dat dat vanavond niet aan de orde is. Dat staat in het voorstel van het kollege. Meneer Graafmans U heeft onderstreept dat de argumenten voor U overeind blijven staan. Ik denk dat onze argumenten, die van U en het kollege redelijk sporen met elkaar. Dus ook geen toelichting mijnerzijds is daar op nodig. U heeft daarnaast meneer Van Eekelen voldoende kommentaar geleverd. Misschien dat U dat straks verder uit kunt praten. Meneer Uytdewilligen U heeft uitgesproken waardering voor de werkgroep te hebben. U zegt duidelijk dat U voorlopig de meerderheid van het C.D.A. vertegenwoordigt. Meneer Mouws heeft zijn persoonlijke mening duidelijk weer gegeven. Ook U heeft gezegd er moeten nog best een aantal zaken geregeld worden en het is zeker niet zo dat hier een uitspraak gedaan wordt over het funktioneren van de kommissie de Wittenhorst. Ook dat hebben wij duidelijk aangegeven. Dat is niet aan de orde. Ik vind dat het uitgangspunt van de gemeenteraad nog steeds hetzelfde zou moeten zijn. Dat is het standpunt wat wij naar voren hebben gebracht. Wij hebben ook best zorg over hoe komt dat er straks in zijn totaliteit uit. Wij vinden dat dit een eerlijke kans verdient om verder uit te werken. Meneer Somers U handhaaft het indienen van het amendement. Ik zal het zo direkt voor lezen, dit is voor mij geen dagelijks werk, dus ik hoop dat U mij vergeeft dat ik even wat ruggespraak houd. Het amendement van Leefbaarheid moet in eerste instantie aan de orde komen. Je kunt diskussiëren over het feit of dit eigenlijk door de raad al niet besloten is. Het is in oktober 1987 aan de orde geweest. De raad heeft zich daarnaast in juni 1988 nog een keer uit kunnen spreken. Ik heb persoonlijk, ik kijk even naar wethouder Sinke, wij hebben geen problemen om dit opnieuw in stemming te brengen, maar het is in principe een herhaling van zetten. Het lid Van Eekelen: Hetgeen de heer Somers opgelezen heeft heb ik niet helemaal exact kunnen volgen en direct op kunnen nemen. Een normale motie is over het algemeen wat korter. Hier staan ook een aantal stellingnamen in die ik zeer zeker met mijn kollega niet onderschrijf. Wij onderschrijven, -als het in stemming gebracht .S3 Ji 38BW 3f 30! TIO/i 9 '.*3 0063 tSfflf

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1988 | | pagina 71