-26- ook in andere situaties met name als werkgever dat menselijk aspekt wezenlijk betrokken hebben en niet het financiële aspekt hebben laten doorwegen. U zegt die f 12.000,lager daar heeft U wat vraagtekens bij geplaatst. Die f 12.000,die subsidiëring, die is afgestemd op dat wij minder moeten betalen in de vorm van subsidie aan de betrokken instellingen, maar dat is afgestemd op de huur die wij in de Lepelaar hebben. Niet in het gemeenschapshuis. Daar is dan een bepaald lager percentage voor afgesproken. U heeft ook aangegeven de ene beheerder zou betrokken zijn bij twee sporthallen, of gymzalen heeft U genoemd, dan zou je al een halve dagtaak mee verdienen. Ik denk dat het terecht in het financiële plaatje verwoord is zoals het hier in staat. Ik neem tenminste aan dat U niet voorstel dat wij die halve man op wachtgeld moeten zetten. Wij wenden die man aan in onze organisatie en hij bespaart ons daarmee andere kosten. Die kosten staan, in mindering gebracht zo U daar ziet. Dat is voor de gemeente dan op dit moment in elk geval de netto-opbrengst van het feit van de oplossing aanbouw bij de gymzaal. Ik denk dat dat terecht zo aangegeven wordt. Als U als raad zegt die man kun je met wachtgeld sturen, ik kan me dat niet voorstellen gezien Uw eerdere betoog, dan zou U gelijk hebben. Overigens is het zo dat hij op dit moment drie gymzalen beruntdus dan zou het 1/3 beheerder zijn. Ik denk dat die diskussies op dit moment niet zo zinvol zijn. Dat zijn gevolgen van datgene wat wij voorstellen. Die gevolgen moet je goed overzien, dat ben ik met U eens, maar het gaat om welke visie ontwikkelt het gemeentebestuur met betrekking tot de toekomstige huisvesting van dat sociaal kultureel werk in Lepelstraat. Dat moet het uitgangspunt of het vertrekpunt zijn en dan moet je samen de konsekwenties onder ogen zien en dan moet je zeggen die zijn voor ons acceptabel of die zijn voor ons niet acceptabel. We moeten eerst over de zaak spreken. U heeft ook nog iets gezegd over doorberekening algemeen beheer. Die diskussie wil ik best met U voeren maar die voegt in datgene wat het kollege voorgesteld heeft met dit voorstel geen waarde toe. Als U daar nog op terug wil komen dan wil ik best die diskussie met U voeren. Dat zou in principe er in uit moeten monden dat je in andere zaken minder inhuurkrachten nodig hebt om maar eens iets te noemen. Dat zou kunnen. Ik zeg niet exact dat dat zo is, maar dat zou kunnen. U heeft daarnaast de stichtingsproblematiek herhaald, daar hebben we in oktober 1987 uitvoerig over gediskussieerdToen heb ik volgens mij gezegd dat de voorbeelden die U aanhaalt konkrete voorbeelden zijn, terechte voorbeelden voor een deel in elk geval zijn, maar dat er ook prima voorbeelden zijn van stichtingen die het goed doen. Daarnaast kun je ook best eens met elkaar die diskussie op een wat andere manier voeren. Beide zaken moeten natuurlijk volledig vergelijkbaar zijn. Hoe zou bijvoorbeeld de stichting verenigingsgebouw het gedaan hebben metdezelfde middelen die bijvoorbeeld de kommissie artikel 61 heeft. Dan zou je een konkrete en een eerlijke vergelijking hebben. Konstateringen zijn er terecht dat er stichtingen geweest zijn die het niet zo goed gedaan hebben, die misschien niet alle medewerking op dat moment gehad hebben van een gemeentebestuur. Dat zou ook kunnen. De konstateringen die U doet dat heb ik ook in oktober 1987 gezegd, die zijn terecht, maar ik vind dat dat dan geen totaalveroordeling in mag houden van elk partikulier initiatief in dit land. Dat zou voor mij veel te ver gaan. U zegt, het verbaast U dat U toch opnieuw naar een partikuliere stichting wil. Ik hoop in elk geval dat ik nu dan aangegeven heb waarom dit voorstel er ligt. Een van de gevolgen is dat we te maken hebben met een partikuliere stichting. We hebben

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1988 | | pagina 61