-16-
9. VOORSTEL TOT HET BEHANDELEN VAN DE BEGROTINGEN VAN DE GEZONDHEIDS
DIENST, DE AMBULANCEDIENST, DE CENTRALE POST AMBULANCEVERVOER, DE
BRANDWEER EN DE ALGEMENE DIENST VAN HET STREEKGEWEST WESTELIJK
NOORD-BRABANT VOOR 1989.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten konform het voorstel van
burgemeester en wethouders.
10. VOORSTEL TOT HET INDIENEN VAN BEZWAAR TEGEN DE EERSTE WIJZIGING VAN
DE BEGROTING 1989 VAN HET WERKVOORZIENINGSSCHAP WEST NOORD-BRABANT.
Het lïd Somers: ïk moet wel, Ik heb daar in dë vorige
raadsvergadering ook al enige aandacht voor gevraagd. U gaat in dit
voorstel uit van het formele artikel 26 van de wet gemeenschappelijke
regelingen, die het niet noodzakelijk maken. De accountant zegt
volgens U dat het raadzaam is om dat wel te doen. Hij drukt het iets
sterker uit in zijn toelichting en hij vindt het zeker zinvol om een
reserve te vormen, ook bij het werkvoorzieningsschap. Hij noemt daar
twee uitdrukkelijke redenen voor. Dat is denk ik ook verklaarbaar. Het
verhoogt het weerstandsvermogen van het schap en naar de gemeenten
toe, het beleid op minder lange termijn voor de gemeente behoeft geen
aanpassingen. U zegt in Uw voorstel dat die reserve in de algemene
reserve van de gemeente zit. Mijn vraag is, -dat zegt die accountant
ook in zijn brief-, waarom heeft Halsteren-, nu dat op deze wijze
gebeurt die budgetfinanciering geen specifieke reservevorming inzake
de risico's van het schap. Volgens Uw voorstel hebt U dat niet, maar
het wordt wel genoemd. De groepering Leefbaarheid is in feite wel voor
een geringe reservevorming bij het schap, die dan ook nadrukkelijk op
een bepaalde manier geregistreerd gaat worden. Wij zijn tegen het
voorstel van het kollege.
De voorzitter: U bent begonnen met de woorden ik moet wel, de vorige
vergadering was U ook voor. Ik denk dat hetzelfde gesteld kan worden
voor het kollege en voor de meerderheid van de raad. Wij hebben de
vorige raadsvergadering voorgesteld aan de raad om bezwaar te maken
tegen dit aspekt en de raad heeft dat in meerderheid overgenomen. Ik
denk dat het een heel normaal verschijnsel is dat nu in dit kader, in
het kader van die eerste begrotingswijzing, er vanuit Halsteren
bezwaar gemaakt wordt, dat ligt normaal in het verlengde van de vorige
besluitvorming. U zegt de accountant vindt het toch raadzaam. Ik denk
dat het met name die beroepsgroep, ik hoor daar zelf ook een beetje
toe, gegeven is om zoveel mogelijk garanties in te bouwen, dat is
vanuit hun beroep één van de belangrijkste aspecten, de continuïteit
van de onderneming, hoe zwaarder die gewaarborgd is, hoe minder die
accountant problemen heeft met het afgeven van zijn verklaring. Er
moet een weerstandsvermogen opgebouwd worden enzovoorts. Dat is vanuit
de gemeente optiek, daar zitten wij vanavond voor, toch een andere
zaak. Ik denk dat die accoutant terecht voor zijn opdrachtgever zegt
het zou prima zijn opdrachtgever, als je zo'n groot mogelijk
weerstandsvermogen hebt, dan ben je namelijk niet afhankelijk van
gemeenten enzovoorts. Wat dat aangaat is dat een prima rapport, maar
dat moet U dan wel in dat daglicht stellen. U zegt moet er bij de
gemeente dan niet een bepaalde voorziening gevormd worden om met name
nu we beginnen aan die budgetfinanciering om die tekorten op te
vangen. Het is zo dat wij in het voorstel dat hier vanavond ligt
aangegeven hebben dat gemeenten gevraagd wordt een bepaald
weerstandsvermogen te hebben, zijnde de algemene reserve, de vroegere
saldireservedie is afgeleid van het budget van de gemeente. In dat
budget zit ook onze bijdrage aan het Werkvoorzieningsschap. In
-17-
principe is in onze algemene reserve een voorziening opgenomen voor
tekorten die zouden kunnen ontstaan bij het Werkvoorzieningsschap. Ik
denk dat het duidelijk aangegeven is bij het voorstel waarom wij
vinden dat we er niet toe over moeten gaan. Ik heb gisteren ook wat
geluiden van andere gemeenten gezien die vorige maand nog niet die
optiek er op nahielden en nu in elk geval wel. Ik vind het een gezonde
optiek, wij zitten altijd met elkaar te zeggen we moeten taakstellende
begrotingen maken, dan moet je geen voorzieningen en reserves
inbouwen, dan moet je gewoon zeggen daar moet je het mee doen. Kun je
het daar niet mee doen, dan moet je aangeven waarom je dat niet hebt
kunnen doen en dan zullen we met elkaar praten over de wijze hoe we
dat samen oplossen. Die garantie is dacht ik voldoende gegeven aan het
Werkvoorzieningsschap dus wij blijven bij het voorstel dat de
voorziening gewoon overbodig is.
Het lid Frietman-HoppenerEven een vraagstelling over die algemene
reserves. Ik ga er altijd vanuit dat potjes nogal link zijn in de zin
van misschien dat er rijkskortingen kunnen ontstaan van jullie hebben
toch geld genoeg. Het zou misschien ook een vraag kunnen zijn van, zou
het niet gewoon via begrotingswijzigingen kunnen plaatsvinden. Dat is
een vraag die zo in me op komt.
Het lid Somers: Ik had geen ander standpunt van U verwacht. De
onderbouwing die het Werkvoorzieningsschap op deze wijze toch gegeven
heeft vond ik best de moeite waard om te lezen. Daar hadden wij als
gemeente Halsteren in de vorige raadsvergadering via de ingekomen
stukken ook om gevraagd. Wat de reserve zelf betreft. Ik heb het daar
straks gezegd, die wordt ook duidelijk aangegeven. Het zal nooit
bepaalde bedragen mogen overschrijden en de registratie daarvan, de
verantwoording, die zullen ze vanzelfsprekend ook moeten doen. Dat
zijn voor mij redenen dat ik dat Werkvoorzieningsschap best dat
vertrouwen durf te geven. Hebben ze eenmaal die reserve bereikt en
hebben ze hem niet nodig, dan hebben ze een reserve. Het is nu zo dat,
wanneer ze door wat voor omstandigheden dan ook, -ik denk een beetje
bedrijfsmatig-, bij een bepaald onderdeel van het schap wanneer er
onvoorziene verliezen zijn of incourante zaken niet verkocht kunnen
worden, dan betekent dat verliezen en die moeten opgevangen kunnen
worden. Het is in het verleden nog niet zo vaak gebeurd, maar ze
zullen nu wanneer het voorkomt, regelmatig bij de gemeenten aankloppen
v om eventueel een aanvulling te vragen. Om die rompslomp te voorkomen
zou een reservevorming tot een bepaald bedrag mijns inziens best
geschikt zijn. De fraktie Leefbaarheid vraagt geen stemming, maar
wenst wel opgenomen te zien dat wij voor die f 400,zijn en tegen
het voorstel van het kollege.
De voorzitter: Mevrouw Frietman zegt potjez zijn link. Er is in de
kommissie ook over gesproken hoe denkt de rijksoverheid, die toch het
grootste deel van zo'n Werkvoorzieningsschap financiert, hoe denkt die
daar over. Zo'n rijksoverheid ziet dat de plaatselijke overheden best
bereid zijn om voorlopig wat meer te geven om reserves op te bouwen,
waarom zal de rijksoverheid zijn aandeel dan zo groot laten zijn. Die
vrees is ook in de kommissie van de week door diverse mensen geuit. Je
kunt niet zeggen dat die er is, de rijksoverheid heeft een bepaalde
systematiek van toekenning. Dat zou best in de toekomst een gevaar in
zich kunnen houden dat inderdaad de rijksoverheid zegt het kan voor
ons wat minder want de gemeenten hebben dat er toch voor over. Er is
inderdaad een risico wat U aanhaalt. Dat is mede voor ons aanleiding
geweest om met dit voorstel te komen. Meneer Somers zegt vertrouwen
geven aan de W.S.W. ik denk dat dat op zich niet aan de orde is. Ik